werd overgenomen, heel veel is geprocedeerd waarbij de dorpsregering van Nieuwe Niedorp betrokken was. Veel stukken zijn in het oud-archief van Nieuwe Niedorp en de Hervormde gemeente bewaard gebleven, ook de twee meest belangrijke dossiers. Het eerste en tevens oudste dossier dateert uit 1612-1616 en handelt over een proces tussen Jan Ad riaensz Cramer van Alkmaar en de Weesmeesters van Nieuwe Niedorp. Het andere dossier uit 1649-1652 bevat stukken van het proces tussen Sijmon Will emsz Keuck van Nieuwe Niedorp en de kerkmeesters van de Niedorper kruiskerk. Maar niet alleen in de twee genoemde periodes, ook in 1572 tijdens de Reformatie en in 1587 en 1596 was er onenigheid tussen bloedverwanten van de vicarie-stichter. Carolus en Robertus Robijns Van de stichter van de vicarie pastoor Sijmon W il l emsz is weinig bekend. De eerste vermelding van hem is aangetroffen in een register van de proost van Westfriesland, gedateerd 1 april 1507. Hij wordt daarin genoemd samen met ene Robertus Robijns te Niedorp. Het register vermeldt ook nog in 1514 heer Simon Will emsz, pastoer van Nyeudorpercogge, oudt 62 jaeren en daarbij stond vermeld dat hij gedurende 20 jaar de parochiekerk van Nieuwe Niedorp had gediend. Deze mededeling sluit goed aan bij een aantekening uit 1494 waar vermeld werd dat heer Berwout Dircxz toen nog pastoor van Nieuwe Niedorp was. Waarschijnlijk zal pastoor Sijmon Will emsz hem in dat jaar hebben opgevolgd. Pastoor Will emsz zal in 1505 plannen hebben gehad om zijn onroerende goederen aan de kerk te schenken door middel van een te stichten vicarie. Op 20 mei 1505 liet hij door notaris Jan Sijmonsz te Hoorn in het bijzijn van heer Jan Jansz, kapelaan te Oude Niedorp, zijn wilsbeschikking tot deze stichting vastleggen. De originele akte is niet bewaard gebleven, wel een kopie uit 1691 waarin vermeld staat dat op de kopie-akte van 1564 stond geschreven gecolletioneert van woord tot woord uijt het origineal instrument van oudheijt bijna vergaande sijnde waaruit blijkt dat de originele akte helemaal vergaan was en dat in 1564 een eerste kopie werd gemaakt en in 1691 een tweede. Heer Sijmon liet door de notaris opnemen dat hij tot behoud van de zielen der weldoeners als mede zijn eigen ziel een vicarie wilde stichten waarbij hij de kerk van Nieuwe Niedorp begiftigde met vier stukken land. Deze hadden een totale oppervlakte van 21 geersen (circa 6,5 ha). Zijn volgende daad was het aanstellen van een vicaris, een zekere Carolus Robijns. Deze was toen nog klerk en werd tot priester opgeleid. Na het overlijden van Sijmon W illemsz had Carolus tot taak om viermaal per week een mis te lezen op het altaar van Sijmon en Judas ter intentie van de zielerust van heer Sijmon. Het altaar van Sijmon en Judas was kort daarvoor door Sijmon W il l emsz in de Niedorper kruiskerk opgericht. Na deze aanstelling regelde W ill emsz het jus patronatus het recht van presentatie. Dit deed de heer Sijmon door eerst te bepalen dat wanneer Carolus Robijns nog voor hem zou komen te overlijden hij zelf een nieuwe vicaris zou aanstellen. Na zijn 5 overlijden zou dit recht komen op de naaste van bloede van den testateur Ten slotte stelde heer Sijmon een voorwaarde vast waarvan de betekenis pas goed I I isto risch Niedorp, informatieblad 2017 nr. 1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2017 | | pagina 5