-4-
Tekening van de Niedorper kruiskerk omstreeks 1700.
gemaakt door An dries Schoemaker
Maar genoeg over kerkensloop, laten we nu eens kijken naar de Niedorper vicarie van
pastoor Sij mon Will emsz.
Voor we verder gaan moeten we toch nog eerst even naspeuren wat de betekenis is van
de naam vicarie. Oorspronkelijk was een vicarie in de middeleeuwen een afgezonderd
vermogen, waarvan de opbrengst bestemd was voor het levensonderhoud van een
priester. Deze priester, in zo n geval vicaris genoemd, moest daarvoor aan een bepaald
altaar een of meer heilige missen opdragen, in gebeden bepaalde personen gedenken
en eventueel nog andere in de stichtingsbrief opgedragen taken uitvoeren.
De inkomsten van een vicarie werden gegeven aan een door de collator (patroon van
de kerk met bevoegdheid tot benoeming) uitgekozen vicaris die formeel door de
geestelijke overheid (de bisschop) in dit geestelijk ambt werd gesteld. De stichter van
een vicarie (collator) had het collatierecht (ook wel patronaatsrecht genoemd). De
vicaris was de bezitter van de vicarie en had de verplichting de vicariegoederen te
beheren en voor deze verplichting op te treden in het rechtsverkeer.
Veel gekibbel om de vicarie
Over het algemeen is er in de archieven weinig meer te vinden over de uitvoering en
het beheer van een vicarie die gesticht werd in de 16e eeuw of nog eerder. Echter de
vicarie van pastoor Will emsz vormt een uitzondering. Red en daarvan is dat er over de
rechten op de inkomsten van deze vicarie vanaf 1572 tot aan 1692 het jaar dat de
administratie van deze vicarie door de Gereformeerde gemeente van Nieuwe Niedorp
i sto risch N iedorp, informatie
blad 201 7 nr. 1