In de loop van 1940 kwam een employé van de Royal British Bank in de thuishaven Dundee aan boord van de O 21 om de bemanningsleden ertoe te bewegen hun kat (salaris, mm.) met uitgekeerd gevarengeld op een spaarrekening van de bank te storten. Het idee werd weggewimpeld. De mening submariners overleven de oorlog toch niet had post gevat. Een vrees die niet onterecht was. Foto van een schilderij van Hr.Ms. O 22 (Foto: Maarten De onderzeeboot O 13 werd sinds 20 juni 1940 vermist en is tot op heden nooit terug gevonden. Na de oorlog zou blijken dat 75% (3000 man) van de onderzeebootbemanningsleden is omgekomen. In vergelijking met 72% bij de luchtmacht. Jaap Laan werd op de O 21 geplaatst en Jacob van der Plas op de O 22. Of zij de overtocht met de onderzeeboten van Vlissingen naar Engeland hebben gemaakt, is onduidelijk. Het is ook mogelijk dat ze op een later tijdstip daar zijn gearriveerd. Gedurende de vijf oorlogsjaren bleef het thuisfront verstoken van het wel en wee van hun naasten aan boord van de schepen. Bij het uitvaren om een missie uit te voeren, kende alleen de commandant de inhoud van de opdracht. De reden daarvoor was dat de Duitse inlichtingendienst graag meeluisterde in pubs en bars en het briefgeheim, daar hadden ze geen boodschap aan. Jacob van der Plas zal er vermoedelijk niet van op de hoogte zijn geweest dat zijn vrouw en kind naar Oude Niedorp, Langereis nr. 61 waren geëvacueerd. Den Helder is na Rotterdam de meest gebombardeerde stad. Bij luchtaanvallen van de Duitse Luftwaffe en van de Britse RAF kwamen in Den Helder 116 burgers om het leven. Leven aan boord Het leven beschrijven aan boord van een onderzeeboot tijdens patrouille in de Tweede Wereldoorlog is eigenlijk een onmogelijke opgaaf. Een ding is duidelijk, je moest stressbestendig zijn bij extreme omstandigheden. De 48"koppige bemanning bivakkeerde in een kleine ruimte. Bij menigeen zal alleen het zien al claustrofobische gevoelens oproepen. Er waren slechts 25 bedden aan boord aanwezig. Bij wisseling van de wacht, zes uur werken zes uur rusten, werd het matras omgekeerd zodat je maat erop kon slapen. Bij vertrek waren de onderzeeboten op zichzelf al varende bommen: aan boord bevonden zich dan 14 torpedo's, granaten voor het 88 mm kanon en munitie voor de 2 mitrailleurs. Varen in de winter in Noorse wateren was een beproeving. Bij zwaar stormweer ging het schip dansend op de hoge golven hevig tekeer. Binnen was het ijskoud en vochtig, elektrische kachels mochten niet aan, dat moest elektriciteit uitsparen. Als men bij naderend onheil besloot te duiken, dan ging men over op de I I i sto risch Niedorp, informatieblad 2017 nr. 1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2017 | | pagina 13