-12-
Op 6 maart 1940 raakte Jacob van der Plas betrokken bij een tragische gebeurtenis in
de marinehaven van Den Helder. De duikboot Hr.Ms. O 11 kreeg een aanvaring met
het bewakingsschip BV 3. De O 11 zonk gedeeltelijk. Door snel ingrijpen werd een
grote ramp voorkomen. Drie bemanningsleden kwamen om het leven, negenentwintig,
waaronder korporaal torpedomaker Jacob van der Plas, werden gered.
De leerlingen van de lagere school aan de Bosstraat te inkel omstreeks 1924.
Jaap Laan, de jongen met pet en stro pdas, staande onder het pijltje tussen de twee bomen links
(Foto: familie Tellier-L
aan)
De Duitse inval 10 mei 1940
Op deze dag bevonden zich zeven nieuwe onderzeeboten in verschillende fases van
afbouw op Nederlandse werven. Dat waren respectievelijk de O 21 tot en met de O 27.
Hr.Ms. O 21 en Hr.Ms. O 22 wisten onder begeleiding en assistentie van een sleepboot
ondanks onvolledigee bemanning op 12 mei uit Vlissingen te ontkomen naar
Engeland. De Hr.Ms. O 23 en de Hr.Ms. O 24 konden met de nodige problemen op 13
mei vanuit Rotterdam ook Engeland veilig bereiken. Op 15 mei capituleerde
Nederland. De O 25, O 26 en de O 27 vielen in Duitse handen. De O 21 en O 22
werden afgebouwd op de marinescheepswerf te Rosyth, Schotland en de O 23 en de O
24 op de werf in Southampton, Zuid"Engeland. Het is opmerkelijk dat het
personeelsgebrek snel werd opgelost. Een aantal van hen wist na 14 mei Nederland te
ontvluchten. Schepelingen die op bovenwaterschepen hadden gevaren
gecompleteerden de bemanningen. Dat was zeker opmerkelijk omdat de adspirant"
bemanningsleden op de hoogte waren van de gevaren en de risico's. Marinemensen
van bovenwaterschepen lieten zich in gesprekken met hun collega's wel eens
ontvallen, eet wel wat je doet. Varen op een sub (onderzeeboot, mm.). D an ga je
naar je moer.
i sto risch N iedorp, informatie
blad 201 7 nr. 1