-33-
Uit de verhoren van de Raad van Beroerten (Ernstige Onlusten) voor Alkmaar en
omgeving wordt duidelijk dat Pieter Dirksz ook werkzaam was buiten Nieuwe
Niedorp. Zo preekte hij te Warmenhuizen en Koedijk. Hij werd door de Heer van
Veenhuizen, Lancelot van Brederode, wiens vrouw het patronaatsrecht (recht tot
kerkelijke benoemingen) daar uitoefende, uitgenodigd om daar te komen preken, maar
de (katholieke) gelovigen verhinderden het hem. Bovendien vinden wij hem in
Schoorl, waar hij door zijn neef Adriaen Cornelisz Roothooft werd begeleid.
De enige vingerwijzing naar zijn theologische overtuiging wordt ons geboden door
een paar getuigen, die zeiden dat hij 'van de sekte van Zwingli' was. Het is redelijk om
aan te nemen dat de invloed in zijn eigen dorp groter was. En wij worden in deze
overtuiging gesteund als wij bemerken dat de schout van de Niedorperkogge,
Adriaen van Dorp, ervan beschuldigd werd aan bedenkelijke praktijken te hebben
deelgenomen. De rentmeester-generaal van Kennemerland kreeg in maart 1567 de
inlichting, 'dat int bedryve van de schout van Nyen Nyerop Arien van Dorp hem
alsnoch dagelics eenige vuytheemsche predicanten ende appostaten onthouden ende
dat meer es dat den voors schout ende anderen die daer mogen wesen aldaer niet
alleenlick mitten selven en dissimuleert maar dat erghere es...hem selver in persoene
ter predicatien en secreten (geheime) converticulen (bekeringen) vynden'. De schrijver
van deze brief verzocht de schout te ontslaan. Hoewel dit niet zeer spoedig gebeurde,
werd hij toch in de loop van 1568 door een ijverige katholiek, Jan van Duivenvoorde
vervangen. Adriaen van Dorp nam deel aan de inval van Lodewijk van Nassau in
Groningerland, waar hij Dirk Martensz van Schagen ontmoette, de zeer beruchte
aanvoerder van een bende die het Noorderkwartier binnenviel in de zomer van 1568.
Dat de vermoedens van de regering gerechtvaardigd waren, blijkt ook uit het feit dat
de zoon van de schout, Dirk Adriaensz van Dorp zich in 1571 bij de Geuzen aansloot.
Met 'de overgang' kreeg Adriaen van Dorp zijn oude ambt op 14 juli 1572 terug.
Mijn verontschuldiging voor het weergeven van de ongetwijfeld plechtige, maar voor
ons lastig te begrijpen bewoordingen van de rentmeester-generaal, maar het
belangrijkste is, dat hier iets wordt rechtgezet in mijn eigen verhaal over Adriaen van
Dorp in ons vorige Informatieblad. Op bladzijde 49 wordt gesteld dat Adriaen wegens
'onbequaamheid' uit zijn ambt werd gezet en dat ik vermeende dat dit mogelijk aan
drankmisbruik te wijten zou kunnen zijn. We lezen nu dat hij voor de toenmalige
katholieke autoriteiten heulde met de protestantse opvattingen. En ze zaten er bepaald
niet ver naast. Dat zijn zoon zich al in 1571 bij de Geuzen aansloot is ook
veelzeggend.
Het levensverhaal van Adriaen blijkt nu dermate interessant dat je er zeker een
spannend boek over zou kunnen schrijven. Maar misschien zou zelfs een film de
moeite waard zijn.
Ook dit belangwekkende 'vervolg' hoorde bij de onverwachte bijdrage van Piet
Jellema.
Nieuwe Niedorp, najaar 2016
Verwijzingen:
De ongelofelijke achtergrond van onze doopsgezinden: Informatieblad 50 en 51
Het omstreden einde van Adriaen van Dorp: Informatieblad nr. 65, biz. 44
De Niedorper schalkbeeldjes en de ontdekking van een vergeten heilige: Inform.blad nr. 49
Historisch Niedorp, informatieblad 2016 nr. 2