-20-
In de rekeningen van de graaf staan, als het gaat om vronescout en kerspelthijns, de
Langedijker dorpen Oudkarspel, Noord-Scharwoude, Zuid-Scharwoude en Broek
steeds bij elkaar, gevolgd door de plaatsnaam Op der Deke die hier consequent bij die
van de Langedijker dorpen wordt geplaatst. De oudste rekening voor de thijns en de
vronescout dateert eveneens uit 1343. Daarin treffen we na Oeterleke (die alleen
vronescout hoefde te betalen): Broeke, Zuusscherwoude, Norsscherwoude, Outkerspel
en Op der Deke, welke laatste vijf alle belast werden met zowel vronescout als
kerspelthijns. Dit blijft zo tot 1415. In dat jaar kochten de dorpen in het
Geestmerambacht en de Schager- en Niedorperkoggen van de graaf het stadsrecht.
Door het verkrijgen van stadsrechten, verviel de plicht om vronescout en thijns te
betalen.9 Uit het gegeven dat Op der Deke steeds bij de Langedijker dorpen in de
rekeningen van de vronescout en de kerspelthijns voorkomt, is af te leiden dat Op der
Deke bij de Langedijker dorpen behoorde. De in de grafelijke rekeningen over de jaren
1343 tot 1415 voorkomende naam Deek of Diek kan niet in de ban van Niedorp
hebben gelegen, want het Niedorperambacht was niet beboet met de betaling van
kerspelthijns. Het Deek van voor 1415 maakte onderdeel uit van Langedijk en was niet
het Terdiek van Nieuwe Niedorp. Aangezien hiervoor is aangetoond dat de tienden
van Deek Ter Dyck) in 1593 wel Terdiek betreffen, maar niet die van voor 1415, kan
de conclusie niet anders zijn dan dat de naam Deek of Diek overgegaan moet zijn van
een plaats bij Langedijk naar het Terdiek gelegen tussen Nieuwe Niedorp en Oude
Niedorp.
De overgang van Deek naar Terdiek
Als voor deze overgang een jaartal bepaald moet worden, dan wijzen de gegevens in
de richting van omstreeks 1420. De dorpen komen in de grafelijke rekeningen voor in
geografische volgorde. In die tijd verplaatste de naam Deek zich in de grafelijke
rekeningen van Langedijk naar een plaats tussen Nieuwe Niedorp en Oude Niedorp en
werd de naam Van Dyeck (in 1420), gewijzigd in Dieck (in 1421) en vervolgens in
Dyedieck (in 1422). In de rekeningen van 1420 en 1421 worden zowel Nieuwe
Niedorp, Oude Niedorp, Deek als Veenhuizen genoemd en de tienden die zij betaalden
in die jaren. Als we ook de tienden die in 1393 betaald werden ter vergelijking erbij
halen, dan krijgen we het volgende overzicht p ponden, s schellingen):
1393
1420
1421
Nieuwe Niedorp
24 p
15 p
7 p
Oude Niedorp
6 P
4 P
4 p
Deek of Diek
50 s
5 p
3 p
Veenhuizen
-
21 s
20 s
Wat opvalt is een dalende trend in de opbrengst van de tienden. De grootste
verandering is te zien bij Deek. De opbrengst van de tienden daar bedroeg in 1393
slechts 50 schellingen. In 1420 was deze gestegen tot 5 pond. Dit gaat geheel in tegen
de dalende trend. Voor Veenhuizen is er uit 1393 helaas geen vergelijkingsmateriaal.
Wel zien we dat Veenhuizen in de jaren 1420 en 1421 nauwelijks iets opbracht, de
Historisch Niedorp, informatieblad 2016 nr. 2