I
-52-
een aftakking gekregen van het kanaal Kolhorn-De Omval. Pal achter het bedrijf
bevond zich de laad- en loskade. Het 25-jarig jubileum werd in deze ellendige tijd
ingetogen, 'met omfloerste trom' gevierd.
Dit was slechts een kleine greep uit een veelheid van opeenvolgende zaken waarvoor
men toen werd gesteld. Met hierbij de kanttekening dat de vrees voor de macht van de
bezetter groot moet zijn geweest. In deze periode werd bitter weinig aan het papier
toevertrouwd. Men was bang voor de onaangename gevolgen van
vergeldingsmaatregelen. Van oud-gedienden heb ik op zich staande voorvallen
aangehoord die ik, op een enkele na, helaas nergens kan natrekken.
Na de oorlog werd de draad weer opgepakt. De verdere groei van de fabriek heeft
Jochem Blaauboer niet meer kunnen meemaken. Hij overleed op 14 januari 1947,
tweeenvijftig jaar oud. In het boekjaar 1949-1950 steeg de verwerkte melkplas naar
30,6 miljoen kg. Rond 1952 verscheen een nieuw bepalend element in het landschap.
Een ruim veertig meter hoge uit rode bakstenen opgetrokken schoorsteen met de witte
letters 'CZ LUTJEWINKEL'
Het fabriekscomplex omstreeks 1972. Links de volkstuintjes van het personeel en rechts het zijkanaal.
Dit maakte verdere bewegwijzering naar de locatie en het dorp overbodig. Deze
schoorsteen was nodig om de rookgassen van de in het nieuwgebouwde ketelhuis
staande twee stoomketels af te voeren. Deze twee vervingen de oude ketels, waardoor
de stoomproductiecapaciteit werd verdubbeld. Daarnaast werd gelijktijdig een
poedermakerij met een indamplokaal gebouwd waar ingedikte melk tot melkpoeder
werd verwerkt.
Historisch Niedorp, informatieblad 2016 nr. 1