-45-
Boekel Czn (1849-??), stoorden zich kennelijk aan het gedrag 'wie het breed heeft laat
het breed hangen' van hun collega's. Ze vonden dat het nuttiger was geweest dat geld
in hun bedrijf te investeren. Daar bleef het niet bij want met name Wouter Sluis hield
onder andere bijeenkomsten om ook anderen van zijn opgedane inzichten te
overtuigen. 4) Pieter Boekel deed baanbrekend werk in de kaasbereiding. Deze kennis
werd op schrift gesteld en verspreid door de Vereniging tot ontwikkeling van den
landbouw Holland Noorderkwartier.5)
Dagfabriekjes
Hoewel agrarisch Nederland te maken had met een crisis die duurde van 1878 tot
1895, zag men in deze periode in dorpen een of meerdere kleine dagkaasfabriekjes
verschijnen. Alleen al de voormalige gemeente Niedorp heeft zeventien van dergelijke
bedrijfjes gekend. Groepjes boeren, meestal verenigd in cooperatief verband, lieten
voor gezamenlijke rekening hun melk aldaar tot roomboter en kaas verwerken 6). Uit
hun midden werd een directeur gekozen die naast zijn werk op de veehouderij dit erbij
deed. De werkzaamheden in het fabriekje werden toevertrouwd aan een voorman
kaasmaker geassisteerd door hulpen. Deze productiewijze had een bijkomende factor
van sociale aard, op de boerderij werd de boerin ontheven van een zware dagtaak.
Twee maal daags, zeven dagen in de week, melk ontromen en tot boter karnen en de
ontroomde melk tot Edammer kaas verwerken, behoorde tot de verleden tijd.
Deze dagfabriekjes hebben slechts een dertigtal jaren het hoofd boven water kunnen
houden. De neergang was over het algemeen te wijten aan gebrek aan kennis. Kaas die
bestemd was voor de markt vertoonde te veel gebreken of afwijkingen. Dit was veelal
te wijten aan de slordige melkwinning op de boerderij en een onzindelijke behandeling
van de melk in de kaasmakerij. En aan gebrek aan kennis.7)
Jochem Blaauboer (1885-1947)
Als in het gebied van de Schager- en Niedorper
koggen ook het besef is gegroeid dat er geen plaats
meer is voor kleine primitieve fabriekjes, was het
stichten van een grote zuivelfabriek een kwestie
van tijd en vooral wie daarin de leiding ging
nemen. Op een marktdag in maart 1915, gezeten
aan een tafel in het cafe De Beurs op de Markt in
Schagen, is het de negenentwintig-jarige veehouder
Jochem Blaauboer die dit 'balletje opgooide' bij
zijn collega's Jacob Spaans (1865-1940) uit
Lutjewinkel en Dirk van der Stok (1873-1956) uit
Nieuwe Niedorp. Veertien dagen later kwamen acht
besturen van omliggende dagfabriekjes in
vergadering bijeen te Barsingerhorn. Uit hun
midden werd een commissie gevormd welke de
opdracht kreeg om zo spoedig mogelijk te
rapporteren over de mogelijkheden tot het stichten
van een cooperatieve zuivelfabriek.
Historisch Niedorp, informatieblad 2016 nr. 1
Jochem Blaauwboer Kzn, oprichter en
voorzitter