Een nieuwe visie op ons nabijgelegen veengebied Geddingmore
-37-
en de mogelijke invloed op Overewinkel en Oude Niedorp
door Jan Keuken
Zoals de bijgevoegde titel al aangeeft kom ik, zij het wat terzijde, terug op een oude
naam waaraan ik al meer dan 25 jaar geleden de nodige aandacht heb besteed:
Overewinkel (zie onder andere Infoblad nr. 12 van juni 1989).
Waar duikt zo'n intrigerende naam als Overewinkel op? Er moet dan verwezen worden
naar de bron, een voor outsiders soms moeilijk te begrijpen 'Inkomstenlijst',
toegevoegd aan het Boek van de heilige Adelbertus (het Liber sancti Adalberti).
Waarom is het in dit geval extra lastig leesbaar? Omdat het nog niet in het
Middelnederlands van die tijd is geschreven, maar in het Latijn. En dat Latijn blijkt
nota bene nog voor verschillende interpretaties vatbaar. Voor een goed begrip van de
problematiek - schrik niet - hier eerst dat kleine deel van deze oorkonde waar het
precies om gaat: enkele regels Latijn van de abdij van Egmond en vervolgens een
verklaring en vertaling. Welnu:
'In Scagan octo semilibras. In Geddingmore quattuor semilibras et quartum
manipulum eiusdem terre, id est Harecherenord, Crepelfliet, Warachnes. Omne quod
infra instud lacet, videlicet Sibodesmaer, Thiadenvenne, Notlevenes, Overewinkel,
Brunwere.
Het betreft hier slechts een uiterst gering deel van de inkomsten van de abdij, zowel in
de toen gangbare muntsoort als in een deel van de agrarische productie. De abdij had
in de tiende eeuw een aantal landerijen van graaf Dirk II in bezit gekregen in de buurt
van het huidige Schagen en wel ter grootte van zes hoeven. Dat zijn zes landerijen van
zo'n twintig hectare elk. Tezamen worden ze, ik haal even Frans Diederik aan, al in
deze tiende eeuw door Dirk II villa Scagha genoemd. Villa betekent in het Latijn
boerderij, boerenbedrijf dan wel landgoed. Villa Scagha zou je in onze taal het
'Boerenbedrijf bij de Bosjes' kunnen noemen. Maar eigenlijk gaat het om een zestal
boerenbedrijven, geleid door zogeheten hoevenaars.
En nu eerst een vertaling van bovenstaande tekst in de 32e Uitgave van de Vrienden
van de Hondsbossche, met als titel De Schagerdam en de Abdij van Egmond:
In Scaghan 8V2 pond. In Geddingmore 4lA pond en de vierde schoof van hetzelfde
land, dat wil zeggen Harecherenord, Crepelfliet, Warachnes, alles wat hier binnen ligt,
namelijk Sibodesmaer, Thiadenvenne, Notlevens, Overewinkel, Brunwere. Niet bepaald
glashelder en het leidt al gauw tot een verkeerde conclusie. Een deel van de tekst is
door mij cursief genoteerd om de verschillen tussen een paar vertalingen met nadruk
aan te geven. Er wordt uit deze vertaling afgeleid, dat de laatste vijf genoemde
plaatsen dus binnen dat Warachnes te vinden zouden zijn.
Lang geleden heb ik een vertaling gevraagd aan de heer P. Smudde, leraar oude talen
in Schagen, die enigszins anders luidt. Het begint al met 'In Scagan acht halve ponden.
In Geddingmore vier halve ponden'. Een semilibras is nu eenmaal een half pond. Dat
is andere koek. En vervolgens komt er in plaats van het tussenzinnetje 'alles wat hier
binnen ligt' de vertaling 'alles wat hieronder staat' of 'alles wat daaronder valt'. Een
prima vertaling! Het gaat namelijk om 'alles wat hieronder ligt' dan wel 'alles wat
Historisch Niedorp, informatieblad 2016 nr. 1