-50-
vervangen door schout Johan van Duvenvoirde, over wie trouwens ook nog wel iets te
vertellen valt. Zo'n benoeming tot schout moest in feite worden geratificeerd door
koning Philips II en stadhouder Willem van Oranje. Of dat echt gebeurd is, mag
betwijfeld worden. In de maand juli waren er op een gegeven moment, in elk geval op
19 juli, twee stadhouders! Willem van Oranje, benoemd door de Vrije
Statenvergadering in Dordrecht en Boussu, benoemd door Alva.
Een veelzeggende kwestie met doopsgezinden
Het volgende over Johan Jansz van Duvenvoirde is een aardige illustratie van de
bizarre consequenties van de opstand. Op 25 September 1570 verklaarde de schout van
Barsingerhorn, Jan Jansz, dat Johan Jansz van Duvenvoirde met zijn dienaren op
bezoek was geweest om de 'ongedooptekinderen van Lourens Pietersz op te halen en
deze 'bij de justitie nae catholijcke religie' te doen dopen. Zij waren 'nae de oude
ordinantie niyt' gedoopt. De kinderen werden weggevoerd terwijl de schout Jan Jansz
erbij was. De dienaren namen goederen in beslag, tot Lourens had toegestemd in de
katholieke doop. Dat gebeurde inderdaad. Waarom was Lourens Pietersz met zijn
gezin naar Barsingerhorn vertrokken? Het werd hem als doopsgezinde in Niedorp te
heet onder de voeten. De katholieke doop was toen in Niedorp nog verplicht. Het dorp
mocht nog van geluk spreken dat de kerk ontsnapt was aan de dreigende beeldenstorm
in 1566. En Lourens Pietersz dat hij niet meer werd opgehangen, zoals in 1535 nog de
gewoonte was.
Om een paar optredens van Adriaen te noemen:
Op 2 maart 1573 werd door schout Adriaen een zekere Herman (alias Guebel)
Maartensz van Aken gedaagd wegens 'nederslach' (manslag) tegen een hem onbekend
persoon. Dat was niet het enige van de tenlastelegging. Er waren nog wat wandaden
van hem bekend in Oude Niedorp. Hij werd bestraft, middels bemoeienis van Sonoy,
de Luijenant en Gouverneur van Enchuijsen, met de doodstraf 'metten swaerde' en
confiscatie van zijn goederen. Dat loog er weer niet om. Als een land dergelijke
straffen in onze tijd uitvoert, zoals Indonesie nog in januari, kan het rekenen op een
storm van protest uit het westen.
Op 22 februari 1573 werd ene Jan Pietersz van Belcum verdacht van desertie. Hij werd
door Adriaen gevangengenomen. Vervolgens werd door hem geeist dat hij naar
Enchuijsen vervoerd zou worden om daar 100 jaar als roeier te functioneren op -je
kunt je ogen nauwelijks geloven- de Koninklijke Galeien, met confiscatie van zijn
goederen. Dit was wel een zeer vreemde eis met een Sonoy in Enchuijsen, tijdens de
Grote Opstand in ons land, waarschijnlijk beter bekend als de Tachtigjarige Oorlog,
van 1568 tot 1648.
Oom Adriaen
Bij alle historische verwarring over Adriaens dood kwam aanvankelijk ook nog eens
het feit dat een oom van hem dezelfde naam droeg en nota bene ook schout was
geweest van de Niedorper Kogge. Zij het wat vroeger, onder andere in 1511. Het staat
vast dat deze Adriaen ook een kasteel had laten bouwen, met de naam Boeckesteijn bij
De Lier, ten zuidwesten van Delft.
(Boeckesteijn zouden we tegenwoordig vertalen met Beukenstein).
Historisch Niedorp, informatieblad 2015 nr. 2