-13-
intussen al vol hingen, vooral van mijn eigen dochter, was het lastig een goede plaats
te vinden. Het is, gek genoeg, het kleine kamertje geworden. Zo'n plaats waar iedereen
elke dag wel eens korte tijd vertoeft.
Jan Reus werd geboren in Grootebroek en
was dus een West-Fries van huis uit. Maar
zijn jeugd bracht hij in het echte Friesland
door. Hij voelt zich naar eigen zeggen voor
70% Fries. Dan denkt hij vooral aan het
landschap en niet bepaald aan degenen die
zich met zijn opvoeding hebben bemoeid.
Een positief woord heeft hij voor zijn
intelligente moeder die hem aanspoorde
altijd zelfstandig te blijven denken. Dat
leverde trouwens al gauw de nodige
problemen op. Jan veronderstelt dat hij wel
een ADHD'er zal zijn geweest en zeker een
driftkop. Bovendien was hij zo dyslectisch
als iemand maar zijn kan. Op school maakte
hij niet de indruk ooit op te letten. Keek
voortdurend uit het raam. Verscheidene
leerkrachten zouden door hem overspannen
zijn geraakt. Twee maal zou hij, naar eigen
zeggen, door een ongeduldige meester
knock-out zijn geslagen. Ze hielden hem
halsstarrig voor dom. Maar dom was hij helemaal niet. Kon precies navertellen,
desnoods na een week, wat er in een les was gezegd. Het allerliefst tekende hij op het
bord allerlei technische zaken. De werking van de telegraaf. Een straalmotor. Noem
maar op. Daar was hij spijkergoed in. Het eeuwig natekenen van geestdodende
voorbeelden bevredigde hem uiteraard helemaal niet. Hij kan zich ook niet herinneren
of hij werkelijk goed was in dat natekenen. Het staat hem nog helder voor de geest hoe
hij eens een raceauto tekende, met alleen maar strepen die de snelheid suggereerden.
Zo'n tekening werd niet geaccepteerd. Bij godsdienstles werd hem eens gevraagd wat
hij wilde worden. 'Paus', had hij geantwoord. Verbazing bij de kapelaan: - en je wilde
nog niet eens koorknaap worden. En waarom dan? Om het katholicisme onmiddellijk
af te schaffen! Het gevolg liet zich raden. 'D'r uit!' Hij was toen acht of negen jaar en
stond op de gang toen de hoofdmeester langs kwam. Die ging in de klas even
informeren wat er aan de hand was. Jan gniffelde een beetje toen de kapelaan samen
met de hoofdmeester op de gang kwam. De kapelaan liet zich daar ontvallen dat ze
hem maar in het diepste der zeeen moesten afzinken, met een molensteen om zijn nek!
Op een andere keer werd door de kapelaan verteld dat je in de hemel alles, maar dan
ook alles kreeg wat je hartje begeerde. Jans vraag was meteen of zijn protestante
vriend en zijn hond ook de hemel in mochten. Dat bleek niet het geval. Zijn
verhouding tot het katholieke geloof zakte toen, bij wijze van spreken, tot het diepste
der zeeen. Jan was de kleinste van de klas, ondanks zijn naam. Toch werd hij
Het karakteristieke gezicht van Jan Reus
Historisch Niedorp, informatieblad 2015 nr. 2