hadden de aandacht van de adviseurs getrokken. Ze adviseerden het kerkbestuur om
deze zerken in de nieuwe kerk te herplaatsen. Vooraf was het echter wenselijk om de
opschriften nauwkeurig te noteren, omdat bij verplaatsing van de zerken nogal eens
een steen verloren ging. De rijksadviseurs wilden deze grafschrifteninventarisatie wel
op zich nemen en verzochten hun te melden wanneer de banken uit de kerk verwijderd
waren, want dan konden ze de grafschriften goed lezen.
Om de voorwerpen uit de kerk aan een museum af te staan vond het Niedorper
kerkbestuur niet zo'n gekke gedachte, maar dan moesten de heren wel met centen over
de brug komen. In antwoord hierop schreven de adviseurs van de monumenten: 'Er is
besloten u beleefd te verzoeken om opgave te doen van het bedrag dat al door
opkopers voor de voorwerpen geboden is.' De rijksadviseurs zouden dan naar gelang
van omstandigheden aan de regering machtiging vragen om de koop te sluiten voor
een iets hoger bedrag.
Hieruit blijkt dat het kerkbestuur de Tj^erkvoojifwen der HervormHe Gnm. te
kunstvoorwerpen al aan diverse opkopers had ^riJNj„g koop^ presenteelsu LJJ Iu~
aangeboden voordat de rijksadviseurs in actie koporen Kerkkronea l koperen
kwamen. In landeliike kranten was een Leuning-Predikstoei, eenige losse
J Kandelaara en Blakers een prach-
advertentie geplaatst waarin de voorwerpen uit tig uitgesneden oikenhouten Koor-
de kerk werden aangeboden. Uiteindelijk visten hek' PredikatoelmetKlankbor^enz.
j lnschnjvingen worden franco ugewacht,
de rijksadviseurs achter het net, want de meeste Toor of op den in December 1S75, bij Ko.k-
voorwerpen werden voor een goede prijs aan T0°gden voomoemn.
opkopers verkocht. Alleen de vier houten
figuurtjes die de gewelfribben hadden gesteund
werden geschonken aan het museum van
Geschiedenis en Kunst (het latere Rijksmuseum).
Het koperwerk uit de kerk was zeer gewild
Uit de bewaard gebleven correspondentie blijkt
wel dat er een behoorlijke belangstelling bestond
voor de koperen kunstobjecten uit de Niedorper
kruiskerk.
Zo schreef bijvoorbeeld de handelaar in antiek H.
Krijzer uit Rotterdam op 5 december 1875 aan
het kerkbestuur het volgende: 'Ik heb vernomen
dat de te koop zijnde goederen uit de kerk nog
niet verkocht zijn en dat gij deselve den
dertienden december opnieuw publiek ten
verkoop wil aanbieden, hetwelk wel een
dwaasheid zou zijn, want mijnheer, gij beseft
toch dat ik, noch andere liefhebbers, die al eens
een vergeefse reis hiervoor gemaakt hebben, zich
niet nog eens op reis naar u toe zullen begeven.
Het is trouwens niet onmogelijk dat er een
mindere prijs voor de goederen wordt geboden,
Het Nieuws van den Dag 29 oktober 1875
7//y /a
S -
S:/
Een briefje van koopman Krijzer
gedateerd 19 november 1875
Historisch Niedorp, informatieblad 2015 nr. 1
PJL /<?/r
.J AS V/^ f y
<5Say- A'tAjy-,
«-v. 4^.I '2/Z^y^ y s/ty -r~
Si £L e e /?!- sSlt*
n
- y' yS'fo