Twee bijzondere industriemolentjes in Lutjewinkel
-50-
door Jan Smit
In de eerste helft van de vorige eeuw (1900-
1940) hebben er aan de Weereweg te
Lutjewinkel twee molentjes gestaan. Deze
molentjes waren allebei boven op een
schuur geplaatst en konden verschillende
machines aandrijven en ook niet al te dik
hout zagen. Het zal omstreeks 1900 zijn
geweest dat er in Lutjewinkel aan de
westzijde van de Weereweg een
wagenmakerij werd gestart in het pand waar
later Jan van Raalte -afkomstig uit Kolhorn-
een brandstoffenhandel begon. Na de oorlog
(1940-1945) toen er met de brandstoffen
niet veel meer te verdienen viel, is Van
Raalte van stiel veranderd, hij werd boer.
Waar hij eerst de antraciet, briketten,
eierkolen en turf had opgeslagen, stonden
toen de koeien. Maar rond de
eeuwwisseling (1900), dus voordat de heer
Van Raalte het pand aankocht, deed
wagenmakerij J. van 't Riet haar intrede in
Lutjewinkel. Toen Jan van't Riet na enkele
jaren zag dat er met het maken van
rijtuigen, boerenwagens en melkkrossen in Lut wel een boterham viel te verdienen,
kocht hij in Aarlanderveen een eigenbouw windradmolen. De metalen Amerikaanse
Hercules Windmotor lijkt voor de molen uit Aarlanderveen model gestaan te hebben.
Dirk Kaaij de timmerman die even verderop aan de oostkant van de Weereweg een
timmerbedrijf uitoefende, heeft van de bewuste molen uit Aarlanderveen een
bouwkundige tekening gemaakt. Het apparaat moest tenslotte boven op het dak van
een losse schuur geplaatst worden. Ik neem aan dat Van 't Riet met behulp van de door
Dirk Kaaij gemaakte tekening, de molen plus schuur zelf gebouwd heeft. Dirk Kaaij
had zich naast het timmeren toegelegd op het maken van bouwkundige tekeningen. In
de wintermaanden gaf hij ook les aan huis aan leerlingen in bouwkundig tekenen. De
as van het rad met daarin een zestigtal draaibare kleppen, die al naargelang de kracht
van de wind open of dicht konden worden gedraaid, was te bereiken via een aantal
houten trappen. Ook was het molentje zelfzwichtend. Het rad met de kleppen hield
zichzelf met een staart op de wind gekruid. De as van het rad lag op twaalf meter van
de begane grond en het rad had een diameter van vijf meter. Een vertikale as zorgde
voor de overbrenging naar een horizontale drijfas op de onderste balklaag van de
schuur. Deze zorgde voor aandrijving via riemen van een cirkelzaag, een lintzaag, een
draaibank, een boormachine en een horizontale bandzaag om boomstammen tot
planken te verzagen. Deze machines had Van 't Riet zelf ontworpen en in hout
Historisch Niedorp, informatieblad 2015 nr. 1
Het houtzaagmolentje van Van't Riet