-28-
gebruik van gewasbestrijdingsmiddelen, zoals die toen gingen heten, toch wel erg veel
risico's met zich meebracht, kwam de belangstelling voor de biologische land- en
tuinbouw op gang. Een ontwikkeling die nog steeds doorzet, al gaat het stapje voor
stapje. Begrijpelijk, want het is niet eenvoudig om een goede kwaliteit en opbrengst te
realiseren zonder middelen. Het boek 'Dode Lente' van Rachel Carson opende mij de
ogen. Er kwam literatuur over biologische landbouw zonder het gebruik van
bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Ik schreef een handleiding over dit onderwerp die
de klanten meekregen en nam de benodigde organische meststoffen en vervangende
ziekte- en ongediertebestrijders op in het assortiment. Ecostyle uit Friesland was een
producent die daarop inhaakte. De verkoop van dat soort producten was goed, maar ik
durfde het niet aan om helemaal over te schakelen op een biologisch tuincentrum. Ik
denk ook niet dat het een zakelijk succes was geworden. Dus bleef ik
bestrijdingsmiddelen verkopen totdat de steeds strenger wordende overheids-
maatregelen de kleinschalige handel onmogelijk maakten.
Na de groenteteeltvakschool heb ik nog diverse cursussen gevolgd. Met een groepje
Noord-Hollanders ben ik nog wekelijks een dag naar Wageningen gereisd om de
cursus Detaillist in Groenvoedergewassen te volgen. Cum laude geslaagd! Ook volgde
ik de cursus Nieuwe Kansen, georganiseerd door de Hollandse Maatschappij van
Landbouw. Daar leerde ik vooral economisch denken. Ik heb er wel een brok
zakelijkheid opgedaan. Ook spreken in het openbaar, dat was mijn favoriete vak. Ik
was en ben nogal leergierig. Daarom volgde ik ook schriftelijke cursussen bij de LOI,
onder andere grafologie (handlijnkunde), toegepast in het Centraal Ziekenhuis in
Alkmaar waar ik veertien dagen lag voor een blindedarmoperatie. Alle leerling-
verpleegsters kwamen naar me toe en ik voorspelde hun een schitterende toekomst met
een knappe jongeman, een goed salaris en een lang leven uiteraard. Ook
mental training en kunstgeschiedenis. Maar klaar was ik nog lang niet. Noodzakelijke
omscholing stond aan de poort.
Nadat ik mijn rijbewijs na twee keer zakken had gehaald, probeerde ik mijn
typediploma te halen, jammerlijk mislukt. Ik trouwde 25 februari 1966 met Jannie
Brak, apothekers-assistente. En omdat wij besloten hadden een tuincentrum annex
bloemenwinkel te beginnen, dienden wij ons om te scholen tot bloemist. Alle
detailhandel was toen nog aan vergunningen gebonden. Ik mocht beginnen met een
tijdelijke ontheffing, maar moest binnen twee jaar het diploma bloemschikken en -
binden halen. Dat viel niet mee, want praktijkervaring konden wij alleen bij onszelf op
doen, maar Jannie en ik hebben het gehaald.
Zoals ik al eerder schreef, waren de vooruitzichten voor de specifieke zaadhandel in
het begin van de jaren zestig niet zo goed, het roer moest om. Dat was niet zo
gemakkelijk op ons terrein van 405 m2.
Gelukkig kwam de naastgelegen fruittuin van Phil de Pree te koop en kregen wij er in
1964 zo'n 99 are bij, inclusief een woonhuis voor f 30.000,00. Het huis, met een paar
honderd m2 grond, hebben wij een paar jaar later aan Dirk Teunissen verkocht. Dat
was nodig ook, het dooide lekker af, want de huur was slechts /520,00 per jaar. Het
slootje tussen de twee percelen werd gedempt en het huidige kantoor werd aan het huis
vastgebouwd.
Historisch Niedorp, informatieblad 2015 nr. 1