-26- in de zaadhandel. Wij hebben het er een aantal jaren goed mee gehad. Er moest plantgoed worden gekocht, gaasbakken aangeschaft en in 1960 werd een bollenschuur gebouwd. En wel op het erf aan de Scheidersweg, waar later vader en moeder woonden, nadat ik getrouwd was en met Jannie Dorpsstraat 35 bevolkte. Uit die tijd stamt ook de samenwerking met Dirk Visser, een kaartvriend van vader en ook lid van Winkels Harmonie. Dirk Visser was een wat stugge man, maar wel iemand waar je van op aan kon. Hij kon verschrikkelijk snel werken zonder die indruk te wekken; hij was 'slachtig'. Hij was erin geslaagd met hard werken een eigen bedrijf op te zetten. Hij had een fruittuin aan de Nieuweniedorperweg en ongeveer net zoveel bollen als wij. Hij huurde land voor een jaar, iets wat wij ook vaak deden. Met tulpen kon je niet te gauw terugkomen vanwege de ziekten. De grond in het Winkelerzand was nogal slempig en als die met veel regen in herfst en winter dichtsloeg, hadden wij wel eens waterschade. In de zeer strenge winter van 1963-1964 stonden de bollen op 't Stam, een met grasgreppels niet zo best ontwaterd stuk land. De schade was groot. Van het ras Athleet, een witte Triumphtulp raapten wij weinig leverbare bollen en hielden wij nauwelijks plantgoed over. Gelukkig hadden wij voor de winter een partijtje Apeldoorn-plantgoed gekocht, dat goed was gegroeid, zodat wij toch weer voldoende plantgoed hadden voor het nieuwe seizoen. De hoge prijzen voor het schaarse dat leverbaar was maakten nog wel iets goed. Van de Lustige Witwe hadden wij in de voorverkoop de dikke twaalven verkocht voor 8,5 cent, maar daar waren er niet zoveel van. De elven verkochten wij na de oogst voor 12,5 cent! Toen zijn wij grasland gaan huren dat gescheurd werd, met betere opbrengst en minder last van ziekten. Het land in het Winkelerzand zaaiden wij in met luzerne en de soort 'blijvend grasland'. Ook verhuurden wij wel voor bijvoorbeeld aardappelen en kool. Daar hadden wij tenminste geen werk aan. Vader en ik hebben ook nog een paar jaar gele krokussen en 'Colchicum Lilac Wonder' geteeld. Uiteindelijk teelden wij 210 RR tulpen. In de bollenteelt werd toen gerekend met Rijnlandse roeden. Een RR was 14 vierkante meter. Dus ongeveer 700 in een bunder (hectare). Bij de boeren en tuinders werd ook nog gerekend met snezen. Een snees was ongeveer 45 are. Ik verkocht dan bijvoorbeeld voor 1,5 snees uienzaad. Het was zaak de goede hoeveelheid te leveren. Er kwam dus nogal wat rekenwerk aan te pas. Dirk Visser was een goede compagnon. Hij had een tweewielige Bungartza-trekker met wagen voor het vervoer van het land naar de schuur en de trekker ploegde de tulpen eruit. Wij hadden de schuur waar gestookt kon worden, om de tulpenbollen bij de goede temperatuur te bewaren. Bovendien hadden wij een sorteermachine en een Historisch Niedorp, informatieblad 2015 nr. 1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2015 | | pagina 26