Wat te denken van Neeltje Sepers-van Beijeren? Stamt ze mogelijk af van een lid van
de gravenfamilie Van Beieren (het Beierse Huis)? Het is in elk geval een
aardrijkskundige naam. Dat kan ook gezegd worden van Dina Pool-Nooij, wat betreft
de naam van haar man. Pool verwijst naar Polen (net zoals de Joodse naam Polak).
In Jacob Langerijs zien we een kleine verbastering van onze Langereis. Wellicht
oorspronkelijk een spelfoutje in een of ander doopregister. Soutje Sluis, met haar
bijzondere voornaam, moet een voorvader hebben gehad in het mooie Sluis uit
Zeeuws-Vlaanderen. Dat is weer heel wat verder weg dan de achternaam van Piet
Witsmeer, de andere en oudere naam voor de Schagerwaard. Een meer en vervolgens
een droogmakerij uit 1631, vlak bij Schagen.
Zo komen we bij Lieneke van Dam-Schermerhorn. Met dat Dam kunnen we niets; als
het nu nog het Belgische Damme was. Maar Schermerhorn is ons zeer bekend.
De achternaam van Aagtje Lodder-Deutekom is afkomstig van Doetinchem.
Greetje Ens heeft een uiterst korte achternaam die niet teruggaat op het huidige Ens in
de Noordoostpolder, maar op een van de vroegere twee dorpjes op het eiland
Schokland. Het eiland in de Zuiderzee werd zo vaak en ingrijpend door de zee
belaagd, dat het als woonplaats moest worden opgegeven. Dat gebeurde in 1851.
Hoewel Westfriesland bekend staat om zijn vele korte eenlettergrepige achternamen
hoort Ens daar oorspronkelijk niet bij. Bij de prachtige naam Martha Marie Lakeman-
Muntjewerff hebben we het idee dat het om een terp moet gaan in onze omgeving.
Maar waar?
Bij Gerrit van Essen hoeven we niet te denken aan de Duitse plaatsnaam, maar aan
Essen ten zuiden van Roosendaal. Neltje van Twisk komt weer zeer dichtbij. Bij een
Dirkje Aalbregtse-van Ettekoven tasten we volledig in het duister. Gerrit Koedijk komt
ons weer zeer bekend voor. Jantje Hoogland heeft te maken met het relatief hoge land
bij Barsingerhorn. Bij Mietje van Truijen gaan de gedachten als vanzelf uit naar een
afkorting van ene Geertruide in Geertruidenberg. Maar Geertruide van Drunen heeft
een duidelijke voorouder in Noord-Brabant. In een vorig artikel hebben we het al
gehad over de achternaam van Hendrik Couvert, een aardige verbastering van
Koevorden. Adriana van Bruinisse-Kat blijkt getrouwd met een nazaat uit een bekende
Zeeuwse plaats. Een splinternieuwe zerk herdenkt Hinke Stevens-Broekhuizen. Dan
hebben we de keus uit een Limburgse plaats aan de Maas en een Overijsselse plaats
aan de Vecht. G. Haringhuizen komt weer heel dichtbij.
Dat kunnen we niet zeggen van Marie Woudwijk-Wit. Dat Woudwijk is ongetwijfeld
een topografische plaats. Maar waar? Evelina C. Dekker-v. Vugt heeft de naam te
danken aan Vught uit Noord-Brabant. Daar is geen twijfel. Grietje Korsloot heeft een
nogal uitzonderlijke naam. Een naam van een eertijds belangrijke afwatering tussen
Beets en de Zuiderzee. Gerrit Bobeldijk dankt zijn naam weer aan een Westfries dorp.
Dan komen we bij het bijzondere graf van Jannetje Lodder-van Leeuwen. De plaats
Leeuwen vinden we bij Tiel, maar ook bij Roermond. Het kleine eerbiedwaardige
zwarte bordje, waarop we haar naam volledig zien staan, was in zekere zin afkomstig
uit Hippolytushoef. We hebben net zo'n bordje laten maken voor Loesje Pinto. Bij
Annie van Beek-Tol is het niet waarschijnlijk dat we met het Limburgse Beek te
maken hebben. Hetzelfde kan gezegd worden van dat Tol. Er waren indertijd nogal wat
tollen in ons land. Bij Aafje van Leijen hebben we te maken met de Nederlandse
Historisch Niedorp, informatieblad 2014 nr. 2