-49- bloemzaden. Klaas Bart ging daar altijd heen. Hoewel het niet altijd gemakkelijk was de ruim 1000 zaadhandelaren op een lijn te krijgen is dat toch heel aardig gelukt tot einde jaren zeventig. Een prachtig voorbeeld van kartelvorming. Gelukkig bestond de NMA toen nog niet. Het heeft de fa K. Brugman geen windeieren gelegd. Na de grauwe zaadzakjes, waar oorspronkelijk de soort met potlood op werd geschreven en weer later beplakt met etiketjes waarop nummer, soort, ras en zaaitijd werden vermeld, kwamen de gekleurde zaadzakjes met mooie afbeeldingen van de groenten of bloemen en een uitgebreidere beschrijving met teeltaanwijzingen. Er moest ook een partijnummer op, waarvoor wij een verstelbaar stempel hadden. Ieder ontvangen partijtje zaad moest worden geregistreerd en er moest een monster van worden bewaard. Dit was voorgeschreven door de NAK-G, de Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor Groentegewassen, een dochter van de grote NAK. De keurmeester, Piet Bruin, kwam een paar keer per jaar alles controleren. Daar werd vader Klaas niet zenuwachtig van, want hij had de zaakjes prima op orde en prakkiseerde er niet over om de boel te beduvelen. Duizenden pakjes zaad, onsjes bonen en ponden spinazie werden handmatig gevuld met acht verschillende, verstelbare schepjes. Tegelijkertijd met de zaadzakjes veranderde ook het uiterlijk van de prijscourant. Deze werd oorspronkelijk gedrukt bij Van Ketel in Schagen, een heel simpel boekje zonder illustraties en beschrijvingen. Alleen het nummer, de soort, het ras en de prijs werden genoemd. De ontwikkeling in de grafische industrie maakte het mogelijk kleurendruk toe te passen. Mooie afbeeldingen met uitgebreide beschrijvingen waren het resultaat. Ook de naam veranderde. De prijscourant werd gepromoveerd tot tuingids of voorjaarsgids. Deze tuingidsen werden in samenwerking met andere detaillisten gedrukt en van een eigen naamindruk voorzien. Enkele groothandelaren kochten verpakkingsmachines en boden de zaden verpakt aan. Dat was vooral voor kleine artikelen, waarvan soms niet eens vijf pakjes per jaar werden verkocht, veel gemakkelijker. Maar het uiteindelijke resultaat was dat het voor andere branches heel eenvoudig werd zaad in het assortiment op te nemen. Van de ruim duizend zaadhandelaren uit de jaren vijftig zijn er misschien nog tien over, die de verpakte zaden leveren aan tuincentra, markthandelaren, supermarkten, zaken in dierbenodigdheden en dergelijke, waardoor het zaad is gedegradeerd tot een bijartikel. Ook is er een aantal internetwinkels dat dikwijls een zeer groot assortiment aanbiedt. Na de oorlog begon de wederopbouw. Er was nog veel schaarste aan alle mogelijke producten. Achteraf gezien heeft het beleid van de Duitsers voor mijn vader nog enig voordeel opgeleverd. De Duitsers hadden namelijk de scheurplicht ingesteld. Veehouders moesten een deel van hun grasland scheuren om daar voedingsgewassen Firma K. BRUGMAN Zaadzakje 1950 Historisch Niedorp, informatiehlad 2014 nr. 2 ZAADHANDEl Winlcel TeW. 292 - NU*numin«r 02244

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2014 | | pagina 49