-46- besloeg in de 'travalje' en verder het smidsvak uitoefende. Het huis met de smederij was intussen keurig verbouwd, zodat je zou denken dat het er altijd zo gestaan had. Knap werk, maar daar ging het ons niet om. Het huis met werkplaats was indertijd, met de nodige financiele hulp van de gemeente Barsingerhorn en een borg van twee boeren, overgenomen van smid Bosma. Het bracht Leendert geen welvaart. Als rijksgediplomeerd hoefsmid zag hij met lede ogen hoe de paarden werden vervangen door tractoren. Hij handelde nog wat in voornamelijk tweedehands fietsen, waarbij hij, naar eigen zeggen, flink werd tegengewerkt door de gezeten fietsenhandelaars uit Schagen. Een enkele keer wist hij toch wat nieuwe fietsen te verkopen die hij betrokken had via zijn broer in Aalsmeer. Soms was er wat loodgieterswerk, want hij had zich bekwaamd in het autogeen en elektrisch lassen. Een middenstandsdiploma ontbrak echter, waardoor hij om de haverklap een boete van vijftig gulden kreeg. Alweer met hulp van de gemeente mocht hij uiteindelijk een verlicht examen doen, waarbij de examinator hem als enige vraag stelde 'Wanneer is het Prinsjesdag?' Nou, dat wist Leendert precies: de derde dinsdag in September. Dom was hij niet, dat bleek. Het was ruim voldoende om voortaan de herhaalde boetes voor het illegaal een zaak drijven te ontlopen. Maar net als in de andere dorpen kon je als smid nauwelijks nog bestaan. Hij keek om naar een andere baan en dat werd aanvankelijk monsternemer bij de zuivelfabriek van Lutjewinkel. Vervolgens ging hij als zovelen naar de Hoogovens. Wei in het metaal, maar het beviel hem niks. Een advertentie van het Gemeentelijk Energiebedrijf van Alkmaar betekende dat hij zijn laatste dertien jaar kon volmaken met het aanleggen van gasleidingen. Hij deed graag het zware grondwerk en enigszins als heer gekleed, met een das om. Zo herinnert hij zich hoe Schagen als eerste Noord-Hollandse gemeente werd aangesloten op het aardgas. Ook in Nieuwe Niedorp is hij nog aan het werk geweest aan de Kostverlorenstraat. Daar hadden ze septictanks (betonnen beerputjes) ingegraven op een hoogst ongelukkige plaats, vlakbij de voordeur. Alle toevoerleidingen moesten daaromheen worden gelegd. Het duurde natuurlijk niet lang of iedereen had een aansluiting op het riool, waardoor die septictanks weer overbodig werden. Het perceel in Haringhuizen waarin vroeger de smederij gevestigd was Na een bezoek aan Haringhuizen, waar nog even moest worden stilgestaan bij een zelfgebouwde woning op de hoek van de Lutjewallerweg, reden we naar de Lutjewinkeler Weere. Tegenover een voormalig huis van een van zijn beide dochters had hij sinds juni '89 de beschikking over een klein stukje grond waar hij bloemen en wat boontjes teelde. Hij had er stroom en water. In 2007 had hij hier een soort proefgraf georganiseerd dat indertijd Historisch Niedorp, informatieblad 2014 nr. 2

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2014 | | pagina 46