-22-
Braakpolder
Kolhorn
Biiiakpokler
kleme
kolk
Kronune
Ooster
polder
Weerepokler
Lutjewinkel
Schets van de Braakpolder uit de tijd dat de molens er nog stonden. Bovenaan de Westfriese dijk en
linksboven het dorp Kolhorn. 1 Braakpoldermolen. 2 Weerepoldermolen.
3 Nieuwe molen van de Oosterpolder. 4 Oude molen van de Oosterpolder.
5 t/m 9 strijkmolens van de Niedorperkogge. 10 weidemolentje van Pluister.
11 drie strijkmolens van de Schagerkogge. 12 sluisje in de Kromme Gouw.
Door de aanwas van slib voor de sluizen bij Kolhorn werd de afwatering gehinderd.
Daarom moest gekozen worden voor een andere plaats voor de strijkmolens. De
Braakpolder aan de Westfriesedijk ten zuiden van Kolhorn was een betere plaats,
omdat een geulensysteem in de Groetgronden (de huidige Groetpolder) ten oosten van
die dijk een goede afwatering mogelijk maakte. De molenkolk werd gegraven aan de
zuidgrens van de Braakpolder als zijtak van de Kromme Gouw. De uitwateringssluis
werd de 'Boerensluis' genoemd. De vijf strijkmolens deden dienst tot 1911 en werden
toen afgebroken. De Braakpolder had zelf ook een molen die het water uitsloeg op de
Kromme Gouw. In 1952 werd er een afwateringsduiker door de Westfriese
Omringdijk gelegd. De Braakpolder kon toen het overtollige water kwijt in de
Groetpolder. Aan de zelfstandigheid van de Braakpolder kwam daarmee in 1952 een
einde. De polder werd ingelijfd bij het waterschap Waard en Groet, dat daama werd
samengevoegd met de polder Wieringerwaard. In 1980 ontstond het waterschap 'de
Aangedijkte Landen en Wieringen'. De Braakpolder maakte daar deel van uit, als
enige gebied dat binnen de Westfriese Omringdijk was gelegen (Brugman, 1985).
Middeleeuwse resten
In de kop van Noord-Holland zijn veel sporen gevonden die een bewoning uit de
Middeleeuwen aantonen. De resten zijn aangetroffen op plaatsen waar het destijds
bewoonde veenlandschap naderhand niet al te diep onder klei of zand werd bedolven
Historisch Niedorp, informatieblad 2014 nr. 2
09