-16- Boonloting De oude Westfriese rechtspraak raakte al spoedig in de 15e eeuw in onbruik. Het werd volledig overgenomen door de schout en uit de rijkste inwoners gekozen poorters die 'schepenen' werden genoemd. I Bij allerlei dorpssteden werden er zeven schepenen uitverkoren. Het getal zeven was normaal. (Dat was men ook gewend geweest bij het zogeheten zeventuich, de zeven buren die over een landkwestie moesten oordelen.) De Stede Broek vormde een uitzondering. Daar kende men nog elf schepenen. Bij de verkiezing tot schepen moest men eerst ter 'boonloting' gaan. Normaliter in de plaatselijke kerk. Er moest dan in Winkel door zesendertig 'rijken', behorend tot degenen die de meeste belasting betaalden (meestal de rijkdom genoemd) uit een muts of hoed een niet zichtbare boon worden gepakt. Dit gebeurde op paasmaandag. Op niet-verschijnen stond een boete. Zij die zeven zwarte bonen trokken kozen vervolgens veertien man uit de zesendertig. De schout koos dan op zijn beurt uit die veertien de zeven toekomstige schepenen. Het was dus, wat men noemt, een getrapte verkiezing. Volgens M.S. Pols, in zijn Westfriesche Stadsrechten (1888), zou Winkel indertijd De huidige toegang tot de Oosterweg. Mogeiijk --i iit t vond de terechtstelling voor het toenmalige met 36 maar 35 njksten hebben verkozen, raadhuis piaats. Barsingerhorn 40 en Schagen, Niedorp en Of daar toen een sluis was, is de vraag. Langedijk 50. Het vreemde is dat er voor dat aangedijkte Burghorn, waar naar mijn gevoel nog nauwelijks iemand gewoond zal hebben het getal 35 wordt genoemd. Mogeiijk worden die dan uit de nieuwe eigenaren van de inmiddels drooggelegde percelen gekozen, terwijl ze eigenlijk nog geen ingeland zijn en dat wellicht ook nooit zullen worden. Op weinigen na. Maar misschien vergis ik me en was die nieuwe lege polder ineens bevolkt door een aanzienlijk aantal inwoners, waar nu geen spoor meer van te vinden is. Brood en nog zo wat Men bekommerde zich ook om het gewicht van een brood, een roggebrood wel te verstaan. Als dat niet deugde, kreeg de bakker een boete. Deze keur was in Winkel later aan het keurboek toegevoegd en natuurlijk niet zonder reden. En om ook nog wat te berde te brengen wat betreft een oeroud bedrijf: Soo en moet ghiemande gheen crengen villen, cleijn noch groot, hy sal se bedelven. Er stond 'een ban' boete op, hoeveel dat ook waard mocht zijn. Historisch Niedorp, informatieblad 2014 nr. 2

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2014 | | pagina 16