-8-
Het gemeentebestuur bouwde, na enige financieringsproblemen, een nieuwe school in
de Bosstraat. Bouwkosten f 20.458. De opleveringsdatum werd bepaald op 15
September 1916.
In de tweede helft van de oorlog begon de ellende. De Nieuwe Rotterdamsche Courant
van 18 februari 1916 schreef over lgroot ongerief vetgebrek, grote behoefte aan
petroleum. In de gehele wintertijd ging men bij het donker worden naar bed.... Cafes
op het platteland zijn bij gebrek aan bier gesloten. Gemoedelijkheid en gezelligheid
overdag zijn in deze tijd nagenoeg verdwenen. Ondanks dat wij niet betrokken zijn bij
de directe rampen en weeen van den vreeselijken strijd. Ons volk lijdt in
lijdzaamheid.
Het bleef niet bij de schaarste aan bier en petroleum alleen. De Nederlandse
kolenmijnen konden de sterk gedaalde steenkoolimporten van de Belgische, Duitse en
Engelse mijnen niet opvangen.
In de Schager Courant van 1 december
1917 was te lezen: Tot dekking der ToJ dekking d«r hoogare kosteu voor itwnkoicn
em. zal door den Oostsrpolder aan extra omslaa wor-
noogere kosten voor Steenkolen enz. zal tlen geheven over 1917, van t 2.50 per HA.
door den Oosterpolder een extra omslag worden geheven over 1917 van f 2 50 per
H.A.
(MM. Het watergemaal aan de Molenkade (Mientweg) te Lutjewinkel was een kolengestookt stoomgemaal dat
de wateren rondom het dorp Winkel op peil hield.)
Onze graanbehoefte voor mens en vee kon door eigen teelt niet worden gedekt.
Graanimport uit Amerika stagneerde, Duitse duikboten torpedeerden schepen van de
vijand, maar ook die van neutrale landen als Nederland. Engeland had langs de gehele
Nederlandse kust zeemijnen gelegd. Een ramp voor de Nederlandse handelsvloot en
visserijschepen. Naar schatting ongeveer zeventienhonderd Nederlandse zeelieden zijn
hierbij omgekomen. Ook legde Engeland Nederlandse schepen in Engelse havens of
varend binnen de Britse territoriale wateren aan de ketting. In de loop van 1917
werden de Verenigde Staten betrokken bij de oorlog. De troepentransporten naar het
geallieerde front in Europa gaven problemen door gebrek aan scheepstonnage aan hun
zijde. Alle in Amerikaanse wateren onder Nederlandse vlag varende schepen werden
in beslag genomen en gebruikt voor troepentransport en bevoorrading van het
Amerikaanse leger in Europa.
Vanaf het begin tot het einde van de oorlog heeft de Nederlandse regering overuren
gedraaid met het maken van noodwetten, verordeningen en dergelijke. In 1916 kreeg
men te maken met de Distributiewet. Men hoopte met deze maatregelen de ontstane
schaarste aan voedsel, brandstoffen en goederen zo eerlijk mogelijk te verdelen over
de bevolking. Buitensporige winstmarges op de verkoop, het achterhouden van
voorraden levensmiddelen en clandestiene slacht van vee werden strafbaar gesteld. De
regering kocht levensmiddelen in die aan alle gemeenten beschikbaar werden gesteld.
Van de meerprijs, het verschil van de prijs van het moment en de geldende
verkoopprijs van 1914, kwam tien procent voor rekening van de gemeente. De
distributiekosten kwamen daar nog bij.
Om een indruk te krijgen: de gemeente Winkel betrok in het eerste kwartaal van 1916
van door de regering beschikbaar gestelde levensmiddelen:
Historisch Niedorp, informatieblad 2014 nr. 1
i i W INK KI*.