-48-
De kagen rondom Schagen
We komen nu terug op de kagen ten noorden van Barsingerhorn, een dorp dat volgens
Van Berkel en Samplonius in 1289 voor het eerst werd genoemd als Bersincshorne,
hoek van Bersing (dat betekent afstammeling van ene Barsi). De kagen hebben
gelukkig een naam gekregen. Eerst de Schrinkkaag bij Kolhom (waarvan me de
precieze betekenis ontgaat), dan de Oosterkaag, vervolgens de Westerkaag met ten
noorden daarvan de Neerkaag die feitelijk de laagste is. Dat 'neer' suggereert dat al.
De grens tussen de Westerkaag en de Neerkaag werd gevormd door de oude zogeheten
Gouwweg die hier indertijd als tussendijkje heeft gefunctioneerd. Dan is aan de
westzijde van deze beide kagen, bij de Bannesloot, de grens bereikt tussen de oude
banne Barsingerhorn en de banne Schagen. (Banne is het oude woord voor gemeente.)
Daarna volgt de zeer uitgebreide Neskaag, rondom De Nes en het Nesdijkje. Het
woord 'nes' vraagt om een nadere toelichting. Wat zegt Polderlands? Landtong in
rivier of meer men heeft helaas de zee vergeten). 2. Laaggelegen strook land.
Het gebied ten zuiden van De Nes steekt als het ware naar voren als een soort neus. En
'nes' blijkt taalkundig inderdaad verwant aan 'neus'. Men kan hier zelfs aan het Franse
Cap Gris Nez denken, een wat uitstekende punt vlak bij Calais. Maar men kan zeker
niet zeggen dat het Nesgebied tussen De Snevert en De Nes opvallend laaggelegen is.
Eigenlijk helemaal niet, vergeleken met een deel van de directe omgeving. Je zou het
wel als een nogal begrijpelijke uitbreiding van het oude land kunnen zien. Een
oversteek over het moerasriviertje De Leets kan niet of nauwelijks als belemmering
hebben gegolden. Maar er zit een addertje onder het gras. Kijken we naar het gebied
dat hier zuidwestelijk aan grenst, dan zien we ongeveer dezelfde hoogte van het
huidige maaiveld, zo omstreeks gelijk aan NAP (Normaal Amsterdams Peil). En dat
gebied staat nog steeds bekend als de Oude Kaag met de Oude Kaagdijk. Het is dus
aannemelijk dat dit gebied ooit eerder op het water werd teruggewonnen dan de
noordelijker gelegen Neskaag. Het Oude Kaagdijkje waar nu de Zuiderrandweg ligt
moet praktisch zeewerend zijn geweest! En dat, nota bene, ten zuiden van Schagen.
Geen wonder dat er binnen de Oude Kaag restanten waren te bewonderen van diverse
terpen, de voorgangers van onze dijken. Helaas zijn die allemaal, nog in mijn eigen
jeugdjaren, als totaal onnutte verhogingen volledig afgevlakt. We zijn er altijd heel
goed in geweest om iets naar het nut te waarderen en onnutte zaken volledig op te
ruimen. Het grootste deel van de vorige eeuw kenmerkte zich nog steeds door deze
tamelijk a-culturele bezigheden. Vrijwel alle dorpssloten en in onbruik geraakte
verbindingswateren werden gedempt, sluisjes gesloopt, landerijen gevlakt en
zogenaamd verouderde stolpboerderijen opgeruimd. Ik kan uit eigen ervaring spreken.
Maar er zijn nog enkele terpen aan de zuidkant van Schagen zichtbaar gebleven. In de
eerste plaats De Dorpen (als verbastering van De Torpen, wat weer hetzelfde is als De
Terpen). Hier kwam men vroeger Schagen binnen. Vervolgens wat verder naar het
zuidwesten Cornelissewerf (een werf is onder andere een ander woord voor terp) en
het meest indrukwekkende Avendorp (dat oorspronkelijk zeker 'torp' geweest zal zijn).
Het wijst naar een tijd dat overstromingen van het omliggende land nog tamelijk vaak
voorkwamen en er van afdoende dijkenbouw nog geen of nauwelijks sprake was. We
denken dan vooral aan de periode tussen 1170 en 1250. (Wanneer aan de zuidelijke
Historisch Niedorp, informatieblad 2014 nr. 1