yOiet) ofo iaj
Eigenzinnigheden
-3-
door Jan Keuken
Soms, om niet te zeggen een beetje te vaak, word je geconfronteerd met de meest
wilde veronderstellingen op het gebied van onze regionale geschiedenis, alsof men lak
heeft aan wat al lang bekend en beschreven staat. Alsof er geen verenigingen zijn
opgericht die zich al heel lang met de plaatselijke geschiedenis hebben beziggehouden
en nog steeds bezighouden. Alsof er geen lokaal-historische boeken zijn geschreven
met alle mogelijke interessante weetjes. Ach, weetjes. Laat ik voor de aardigheid
beginnen met een bijzonder weetje uit de scheurkalender van het Genootschap Onze
Taal. Het gaat dan wel niet om onze omgeving, maar wel om een Nederlandse plaats
en een geval van vernoeming in nota bene Canada. Daar ligt aan de westkust de zeer
grote bekende stad Vancouver. De plaats is vernoemd naar de Brit George Vancouver,
een achterkleinzoon van een Nederlander met de naam Van Coever. En die droeg deze
naam omdat zijn voorouders uit Coevorden kwamen. De 'oe' is omgevormd tot een
'ou\ dat is alles. (Dat Koevorden oorspronkelijk een doorwaadbare plaats voor koeien
was, wist u misschien wel. En dat Oxford ongeveer hetzelfde betekende, wellicht ook.)
Overigens is Couvert in Nieuwe Niedorp geen onbekende naam.
En vooruit, nog een extra weetje uit de wetenschapsbijlage van de NRC: als je de
geschiedenis van de aarde vergelijkt met de lengte van een etmaal komen de saurussen
pas 's avonds tien voor elf en sterven ze uit tien voor half twaalf. En de mens? Die
verschijnt pas 4 tellen voor middernacht. Zo'n historisch overzicht geeft te denken!
Maar terug naar onze eigen omgeving.
In De Niedorper las ik een stukje over Kolhorn waarin iemand zich afvroeg of dat
'kol' uit kolganzen misschien ook iets te maken zou kunnen hebben met de naam
Kolhorn. De witte bles of streep boven de snavel zou vergeleken kunnen worden met
het mogelijk 'wat bleke silhouet' van de vooruitspringende hoek in de Westfriese
Omringdijk. Er bestaan diverse boeken die zich bezighouden met de afkomst van
plaatsnamen. Het is toch niet zo moeilijk om daar eens in te kijken voor men zelf maar
wat bedenkt. Het vreemdste wat ik bij de veronderstelde naamgeving van Kolhorn ooit
ben tegengekomen is 'spookachtige water', dat af te leiden zou zijn uit 'kol', een
toverkol, dus een heks. Een heks is geen spook, dus het slaat echt nergens op. Een
afleiding van de Friese mansnaam Kolle, zoals in Kollum, zou nog wel kunnen. Daar
voelde de bekende Jan Pannekeet het meest voor in zijn boek over Noord-Hollandse
Plaatsnamen. Ik ben altijd bang dat men op de basisscholen allerlei onzin over de
eigen plaats aan leerlingen doorgeeft. Helaas heb ik de laatste jaren bijzonder weinig
fiducie gekregen in de geschiedkundige streekkennis van onze Niedorper leerkrachten.
Op een enkeling na, zijn ze volledig achter de wel zeer dilettantische auteur Idzard van
Manen gaan staan. Met alle bedenkelijke gevolgen van dien. En ons blad lezen ze niet.
Waar die spreekwoordelijke eigenwijsheid of eigenzinnigheid al niet toe leidt!
Kolhorn komt van Coldhorn, daar zijn de meeste taalgeleerden het wel over eens. En
Coldhorn betekent Koudehoek. Vroeger lag er nog een plaatsje met precies dezelfde
naam aan de noordkust van Groningen. Mooier kun je het niet krijgen. Het is, naar
verluidt, na een of andere stormramp prijsgegeven. Een stuk zuidelijker vinden we nog
Historisch Niedorp, informatieblad 2014 nr. 1