-39-
de Wieringermeerdijk gesloten en men vermoedde dat er scholen ansjovis binnen deze
dijk waren achtergebleven.
In 1928 lagen de ansjovisboten al eind april gereed om uit te zeilen zo gauw de eerste
scholen ansjovis werden gesignaleerd. Een 'voorloper' had al een poging gewaagd,
maar er zaten maar vijf visjes in de netten, niet de moeite dus. Begin mei gingen de
vangsten gestaag omhoog. Variatie in de vangsten was er wel, de hoogste besomming
was ruim 100 kilo en de laagste 10 kilo met een kiloprijs tot 80 cent. Donderdag 25
mei 1928 waren de ansjovisvangsten heel slecht. Vrijdagmorgen waren de vissers weer
bij hun netten geweest, maar de meeste vissers hadden hun netten laten staan omdat
het niet lonend was de netten aan boord te nemen. Er waren een paar vissers die de
netten wel hadden gelicht maar de opbrengst was niet meer dan 2 tot 3 kilo. Begin juni
waren de vangsten wisselend, van 50 kilo tot 188 kilo per jol. De kiloprijs lag rond de
80 cent. Bij Medemblik, Wieringen en Urk werd bijna niets gevangen. Heel wat
vissers van andere plaatsen waren onder de kust van Kolhorn gekropen om daar eens
bij hun Kolhomer collega's hun geluk te beproeven, maar de vangsten bleven maar
matig. Dit jaar was de ansjovis groot van stuk.
De eerste jol uit Kolhorn is op 11 mei 1929 ter ansjovisvangst uitgevaren (dat zal
waarschijnlijk bij Medemblik geweest zijn, want de Wieringermeer werd al langzaam
drooggemalen) en zo zal zeker al een groot deel van de Kolhorner jollenvloot in dit
jaar verkocht zijn, of verhuisd naar elders.
In 1930 was het water in de Wieringermeer al zo ver gezakt dat een motorrijder vanaf
Aartswoud langs het strand naar Kolhorn kwam rijden. Ook werd er in de
Wieringermeer veel bot, schol en schar gevangen. Enkele vissers uit Kolhorn visten
hierop. De prijzen schommelden tussen de 15 en 25 cent per pond. Dagelijks kwamen
er enkele mensen met hun auto naar Kolhorn, die de vis opkochten. Doordat er begin
mei 1930 te Medemblik en Enkhuizen veel ansjovis werd gevangen, kwamen er alle
dagen kopers naar Kolhorn voor een ansjovisbeug. Veel Kolhorner vissers hadden hun
beug verkocht, maar er waren ook nog enkele vissers die hun vistuig in orde hadden
gemaakt en naar Medemblik vertrokken zijn om daar te vissen.
Een van de laatste berichten omtrent de Kolhorner ansjovisvangst kwam uit 1931.
Vanuit Medemblik kwam op 8 juni de alarmerende informatie dat de vissersschuit
Kolhorn 23, die op ansjovis jacht maakte, met zijn schroef in de netten verward was
geraakt. Hierdoor was de schuit op de stenen voor de dijk geraakt en stukgeslagen. De
opvarenden werden gered.
Winkel
Geraadpleegde bronnen
Stukken uit het Oud Archief van de voormalige gemeente Barsingerhom, aanwezig in het Regionaal Archief te
Alkmaar.
Dorleijn, Peter - Van Gaand en Staand Want, deel 1 t/m 5.
Gerritsen, Jan Derk - Kolhorn, jouw Zuiderzee werd gelukkig nooit IJsselmeer.
Prins-Poorter, P.A.C. - Varen voor de Kost, Kolhorn in de 17e eeuw.
Prins-Poorter, P.A.C. - Kolhorn aan de Zuiderzee, zes generaties Westfriezen tijdens de Republiek.
Smit, Jan - Plukken en Zouten, de Kolhorner vissersvloot vanaf 1882.
Smit, Jan - Kolhorn, schetsen uit het verleden van een oud vissersdorp.
Wit, Aat - Niedorp in Historisch Perspectief.
Historisch Niedorp, informatieblad 2014 nr. 1