-37-
Na de 21ste mei hadden de vissers enkele dagen een betere vangst, maar het was weer
snel gedaan met het geluk. Op de 26ste mei ving een boot weer 6000 stuks, maar toen
hadden maar enkele vissers hun netten in zee gebracht. In de laatste week van mei was
er goede ansjovisvangst en iedereen in Kolhorn was in de weer. Vooral op 29 mei
Hemelsvaartdag, toen er veel toeschouwers waren en een fotograaf zich hier en daar
posteerde om kiekjes te nemen van al deze bedrijvigheid. Met de ansjovis werd ook
veel blijk (bliek) meegevangen, een waardeloze vis van gelijke grootte als ansjovis. De
vangsten waren per boot tussen de 6000 en 8000 visjes. Het aantal vissers neemt dan
ook toe en zou nog groter zijn als men maar deelvissers kon krijgen. Maar die waren er
niet, ze hadden zich al voor een vaste periode verhuurd bij de landbouwers in de
Waard- en Groetpolder. Ook op geep werd in de meimaand jacht gemaakt, de prijs van
deze vissoort was hoog maar de vangst klein. Geep moest in Den Helder aan het
Nieuwe Diep verkocht worden.
Begin juni 1924 hadden de vangsten nog steeds een op- en neergaande lijn. Op
Kolhorn waren nog steeds enkele vissers, die in deze campagne hun netten nog geen
enkele keer in zee hadden gezet. Bij een publieke verkoping in Kolhorn van een
complete beug (100 ansjovisnetten) en boot met tuig, was zo weinig belangstelling dat
het hele zaakje werd opgehouden. Half juni ging het met de ansjovisvangst beter en de
prijs bleef hoog. Slecht een dag werd de vangst aan een zouterij op Wieringen
geleverd, maar daarna ging men weer naar Medemblik. Onder de vissers ging het
nieuws dat er volgend jaar (1925) wel weer een zouterij op Kolhorn zou zijn, dan zou
er gelukkig weer veel loon in het dorp blijven, dat nu naar Medemblik ging. De laatste
weken van juni liep de visserij op 'sjoop' nog steeds goed, gemiddeld was de vangst
zeer bevredigend.
Ten opzichte van vorige jaren werden de ansjovisnetten nu op andere plaatsen
uitgezet. Men schreef dit toe aan de aanleg van de dijk Wieringen-Van Ewijcksluis.
Ook vissers van elders zetten nu rond Kolhorn hun netten. De laatse dagen van juni
was de ansjovisvangst in het gebied bij Kolhorn afnemend. De deelvissers konden
slechts een klein weekgeldje besommen, dat weinig verschilde van dat van een
gewoon werkman. Van de Langedijk gingen al weer vissers met hun woonschepen
terug naar huis. Nu de aardappelen en groenten klaar waren konden ze aan de
Langedijk meer verdienen. Van Urk en Wieringen waren nog wel ansjovisvissers in
Kolhorn aanwezig, maar het seizoen begon toch op zijn eind te lopen Het ansjovis-
seizoen liep altijd tot eind juni en meestal werd het door de regering met een halve
maand verlengd Ook in 1924 mocht men tot 15 juli vissen. De eerste dagen van de
verlenging was voor de vissers ongunstig. 3 juli was de vangst zo gering dat men die
dag de netten maar op het droge hield. Voor de vissers was dat een geluk, want als de
netten in de stormnacht van 3 op 4 juli hadden uitgestaan, dan zou er weinig van zijn
overgebleven, een gelukkige samenloop dus.
Over het algemeen waren de verdiensten toch beter dan vorig jaar. Niet zozeer door
een grotere vangst maar de prijs bleef erg hoog, ongeveer acht maal hoger dan in 1923,
wat in de besomming natuurlijk een groot verschil maakte. Op 12 juli schreef de
Schager Courant dat de ansjoviscampagne te Kolhorn helemaal voorbij was. De
Historisch Niedorp, informatieblad 2014 nr. 1