-35-
Otsen, Jan Kaper en Jan Herman kwamen amper boven de 300,-- uit. Zes vissers
waren mede-actief in de haringvisserij die aan de ansjoviscampagne vooraf ging.
Andere visserijen zoals aal, bot, spiering, garnaal, geep, schar, schol, nest,
schelpdieren en zeegras werden in 1920 niet genoteerd.
Garantieprijs voor de sjoop
Er stond in 1922 een bericht op de voorpagina van de Schager Courant over de
aankoop van ansjovis door de regering. Daar de zouters exporteurs de Zuiderzee-
ansjovis van 1922 niet in Duitsland konden plaatsen, zou de regering een groot deel
van de vangst van 1922 overnemen. Voorlopig werd van de voorjaarsproductie
450.000 kg overgenomen. Het Rijkskantoor voor Ansjovis ging na machtiging van de
minister aankopen doen op de Zuiderzeeafslagen. Een krediet van f 250.000,- was
aan het Rijkskantoor beschikbaar gesteld. De ansjovisvissers kregen 26 tot 30 cent per
kilo ansjovis, mits ze van goede kwaliteit en niet beneden een bepaalde maat zou zijn.
De regering kwam zo in 1922 voor de derde keer op rij in bezit van de ansjovisvangst.
Van de vangsten 1920-1921 waren al ruim 13.000 ankers opgeslagen. De zouters in
Kolhorn en verder in het hele Zuiderzeegebied konden tegen een vast garantieloon per
anker de vangst 1922 inleggen, waama de voorraden werden opgeslagen in het
Amsterdamse ansjovisveem.
Op last van het Waard- en
Groetbestuur en in het belang van
de havenaanlegplaats werd de
schuur waarin vroeger de bergplaats
voor ruw zout was en waar ook de
ansjoviszouterij van Klaas Engel
was gevestigd, afgebroken. Deze
schuur stond bij de gemeentelijke
losplaats aan de overkant van het
Kolhornerdiep op de voormalige
wierdijk in zee, welke vroeger het
scheepshok werd genoemd.
De ansjoviszouterij op de Strook,
geexploiteerd door de firma
Wagenaar en Slot uit Broek op
Langedijk, ging inclusief de
Het mannelijk personeel van de zouterij inventaris en de VOOrtaad accijnsvrij
zout, in 1923 in eigendom over naar
de heer A. Jonk uit Kolhorn. Zeer ingenomen waren de vissers met deze verandering,
want de heer Jonk stond bekend als een ter zake kundige man.
Men verwachtte in maart 1923 dat de ansjovisvisserij op niets zou uitlopen. In het
product was totaal geen handel en de regering had nog de hele ansjovisoogst van 1922
in het veem liggen en zou dit jaar geen toeslag geven. Als deze verwachting
werkelijkheid zou worden dan bleven 33 boten stilliggen in de haven, wat voor
honderd mensen geen werk betekende. Half mei waren toch vier ansjovisboten van de
Langedijk en drie uit Kolhorn aan het vissen, maar er viel geen droog brood mee te
Historisch Niedorp, informatieblad 2014 nr. 1