-32- Het wel en wee van de Kolhorner ansjovisteelt tussen 1850 en 1931 In 1852 werd er door de gemeente Barsingerhorn een namenlijst bijgehouden van alle Kolhorner zuiderzeevissers. Zonder uitzondering waren het allemaal palingvissers, met gemiddeld per visser 125 fuiken in eigendom. Arie Hartog bezat bijvoorbeeld maar veertig fuiken maar C. Kamerling daarentegen had er 180. Het totale fuikenbezit te Kolhorn kwam op ruim 2900 stuks. Op 25 mei 1880 vermeldde het Vliegend Blaadje (een kiantje uit Den Helder) dat in Den Helder geen geep werd gevangen, maar vanuit Wieringen en Kolhorn werd er wel heel wat geep te Den Helder aangebracht, ruim 30 tal (een tal geep was 200 stuks) om op de afslag verkocht te worden. Ook werden die dag in Den Helder twee steuren verkocht voor 7,~ en 12,50. De le juli van 1888 werd er bij Kolhorn zeer veel ansjovis gevangen. De beste vangst bedroeg ruim 46.000 ansjovisjes per span. Per span betekent dat er toen nog met het kuilnet, dat tussen 2 schepen werd voortgetrokken, op ansjovis werd gevist. De heren Slis en Von Oterendorp hadden in 1890, samen met de heer Oldenburg in Enkhuizen een zouterij en begin juni 1890 zijn de heren ook een ansjoviszouterij te Kolhorn begonnen. Ansjovis, door de noordhollandse vissers gevangen, werd vroeger, om te worden ingezouten, meestal naar Friesland verzonden, maar in 1890 waren er genoeg zouterijen langs de West-Friese kust opgericht en viel er, bij een goede vangst, een goed stuk brood aan dat visje te verdienen. Reeds op 20 maart 1891 werden er in het Kolhorner scheepshok toebereidselen voor de 'sjoopcampagne' gemaakt. De Kolhorner ansjovisvissers hadden in 1891 een heel goed jaar. Er werd zelfs een tijdje een tweede zouterij geopend. Vanuit het Nieuwe Diep werd op 11 mei gemeld dat de haringtrekkers 12.000 stuks ansjovis hadden geveild voor f 8,20 per duizend. 12 mei was een topdag. De haringtrekkers brachten 40.000 ansjovisjes aan wal voor 8,50 gulden per duizend. Op 13 mei werden er nog eens 10.000 gevangen. In de laatste dagen van juni werd er ook veel ansjovis te Kolhorn gevangen. 150 ankers ansjovis werden door de Kolhorner zouterij afgeleverd. De zouterij in Kolhorn kreeg zoveel vis aangeleverd dat ze de drukte niet aankonden en een deel van de vangsten naar de zouterijen te Medemblik en Enkhuizen moest worden vervoerd. Met de geepvisserij is men eind juni te Kolhorn gestopt er werd nog wel gevangen maar de prijs daalde van 20,- per tal tot f 2,50 per tal, waardoor de verdiensten in deze visserij te klein werden. Over de hele ansjoviscampagne gerekend werden er in de Kolhorner zouterij ruim 800 ankers ingezouten. 1892 daarentegen was bijzonder slecht. Er kwamen maar 70 ankers ingezouten ansjovis uit Kolhorn. In 1893 meldde de Heldersche Courant dat ze in Kolhorn hoop hadden op een goed seizoen, want op 31 maart werden nabij Kolhorn reeds gepen gezien, wat buitengewoon vroeg was. De netten werden die dag al uitgezet en men verwachtte in de hoek bij Kolhorn een ruimere vangst dan andere jaren. Op 23 april 1900 werd te Alkmaar op de werf Nicolaas Witsen van de fa. W.F. Stoel en Zn een van ijzer gebouwde Stavorensche Bomboot te water gelaten. De heer B. Boot IJzn uit Kolhorn had de boot, die bestemd was voor de ansjovisvangst op de Zuiderzee, voor zijn rekening laten bouwen. Half juli 1900 berichtte de Schager Courant dat de ansjovisvisserij in Kolhorn veertien dagen had stilgelegen, maar thans was de ouderwetse bedrijvigheid weer in het dorp Historisch Niedorp, informatieblad 2014 nr. 1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2014 | | pagina 32