Kolhorn en de Ansjovisvisserij -29- Voor de haven van Kolhorn en ook voor de dorpsbevolking was in de laatste twee decennia van de 19e eeuw, de opkomst van de staande ansjovisnetten een groot geluk dat hun toeviel. Rond 1885 was het gebruik van machinale of kunstnetten in de ansjovisvisserij op gang gekomen, wat een grote omwenteling betekende in de visserij. Voordat deze staande netten in zwang kwamen, werd er in hoofdzaak op ansjovis gevist met de wonderkuil, maar vissen met zo'n kuilnet had het nadeel dat er veel wind bij nodig was. Zo'n kuil werd op de zeilen door het water getrokken. Was er te weinig wind dan lagen de kuilders in de haven snot te schieten, terwijl de staande netten, als ze waren uitgezet gewoon 'doorvisten'. En ansjoviskuilen was niet mogelijk met een klein bootje zoals een vlet of jol. Nee, om een kuil door het water te trekken had je toch echt wel een hotter of blazer nodig. Voor de gelegenheids- vissers die zich voor een paar maanden op Kolhorn concen- treerden, was het kuilvissen niet haalbaar, het was te kostbaar. Winkeliers, cafe- houders, landbouwers en andere middenstanders die een paar centen achter de hand hadden, schaften zich een vlet of stavorense jol aan en brachten hun staande netten, als de kleine ansjovisjes in het Marsdiep waren gesignaleerd, in zee. Deze vorm van visserij was heel aantrekkelijk voor niet-vissers of scharrelaars. Je had geen kapitaal aan geld nodig om een gokje in de ansjovis te wagen. Veel Langedijkers hadden op Kolhorn een ansjovisjol liggen, maar de 'goudzoekers' kwamen ook wel uit de Wieringerwaard, Winkel, Hoogwoud, Aartswoud, Barsingerhorn en Nieuwe Niedorp. Voor een vlet of jol plus een complete beug van een stuk of veertig netten was toch wel een investering van zes- tot zevenhonderd gulden vereist. door Jan Smit Model van een stavorense jol Historisch Niedorp, informatieblad 2014 nr. 1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2014 | | pagina 29