SBrali -27- 1 W 4 genoemde 'waardgrond' buitendijks, maar plaatst de naam 'Colhorn' al op het einde van de Hoogsloot. Opmerkelijk is dat hier het ondergelopen gebied van de Segerijd (Braakpolder) uitloopt in een brede bedding langs de Westfriese Zeedijk. Eigenlijk strekt het waterrijke gebied van wat later de Braakpolder zal gaan heten zich uit langs de West-Friese Zeedijk van Lutjewinkel tot aan Kolhorn, begrensd door de Kromme Gouw en de Hoogsloot. Op een door Floris Jacobsz in 1607 gekopieerde kaart, naar een kaart uit 1603 van Gerrit Dirckz Fangedijck, zien we 'Colhorn' genoemd in het verlengde van Barsingerhorn, aangegeven met een woning en een molen. Kolhorn is vanaf de middeleeuwen van cruciaal belang voor de afwatering van het gehele gebied van de Niedorperkogge en later ook van de Schagerkogge toen door de bedijking van de Zijpe de afwatering in westelijke richting bemoeilijkt werd. Scheepvaart Het dorp Kolhorn gezien vanuit de Zuiderzeezijde. Gewassen pentekening van Cornells Pronk uit 1750. Het waarschijnlijk oudste bekende bewijs voor het bestaan van het dorp is een kaart uit 1611 van Adriaan Anthonisz van de drooggelegde Wieringerwaard. Een handgetekende versie van deze kaart van rond 1640 geeft een duidelijker beeld van Kolhorn. De haven lag buiten de dijk. Er was een strekdam evenwijdig aan de dijk. De ten behoeve van de dijkbouw ter plaatse uitgegraven Hoogsloot was goed bevaarbaar. Ten oosten van de Hoogsloot ontstonden later insteekhavens. De kaart geeft een brede Hoogsloot en een smalle Benedenkolk weer. Beide hebben een functie voor de afwatering van de Schagerkogge. Opmerkelijk zijn de op de kaart weergegeven eilandjes langs de oostelijke oever van de Hoogsloot, die als restanten van niet vergraven grond opgevat kunnen worden. Historisch Niedorp, informatieblad 2014 nr. 1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2014 | | pagina 27