-20-
Vavo
Naast de bijzondere initiatieven op het gebied van de volksopvoeding waren er sinds
de 19L eeuw ook gewone dag- en avondscholen voor volwassenen die naar hun eigen
gevoel te weinig onderwijs hadden genoten. De moedermavo kwam daar dus bij en
bleef als zodanig bestaan tot in de jaren negentig. De meisjes werden intussen
gestimuleerd om vooral hun eigen belangen na te streven waardoor het onderwijs voor
volwassen vrouwen niet of nauwelijks meer nodig leek. De moedermavo ging volledig
op in het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs, het vavo. Ook in Middenmeer
maakte men kennis met mannen die zich wat verder wilden ontwikkelen. Zo hoorde ik
van een gezin in Winkel waar zowel de moeder als de vader nog het nodige wilde
opsteken. Soms was een mavo-leerling er door bijzondere omstandigheden niet in
geslaagd om het eindexamen met een diploma succesvol af te sluiten. Ziekte en zeer
speelden nogal eens een rol. Met deelcertificaten kon men dan proberen een en ander
in te halen. Soms kon dat op de eigen school, vaak ook niet en was men gedwongen
naar een geschikte andere opleiding om te zien. Dat hier zeer goed werk verricht is zal
duidelijk zijn.
Een heel andere kwestie was het grote probleem van volwassenen met een minimale
vorming. Dat speelde uiteraard in de eerste plaats bij buitenlanders die zich in ons land
wilden vestigen. Men moest dus zorgen voor een passende basiseducatie. Zonder
kennis van de Nederlandse taal waren de mogelijkheden voor deze groep vaak uiterst
beperkt. Men organiseerde zowel alfabetiseringscursussen cursussen als cursussen in
zelfredzaamheid. In de jaren negentig vond men het tijd worden om de zaken weer
onder een andere noemer vorm te geven. De basiseducatie en het vavo werden
samengevoegd met het mbo en dat ging op in het ROC, oftewel het Regionaal
Opleidingscentrum.
Het is opvallend dat het volwassenenonderwijs nog maar weinig oudere leerlingen telt.
Het gaat nu voornamelijk om leerlingen die mislukt zijn bij het reguliere voortgezet
onderwijs, de zogenaamde drop-outs. Om de hele scala aan positieve bemoeiingen wat
af te ronden werd in 1984 door het rijk de Open Universiteit opgericht. Deze was
bestemd voor volwassenen in Nederland en Vlaanderen. Dit instituut gaat uit van
begeleide zelfstudie. De leerling maakt daarbij zelf uit waar en hoelang hij wenst te
studeren. Er bestaan in ons land ook particuliere onderwijsinstellingen waar men met
de nodige zelfdiscipline studieresultaten kan boeken. Bijvoorbeeld de LOI uit Leiden
en het NTI. Men kan op mbo-, op hbo- en universitair niveau studeren.
De plannen voor de Open Universiteit stammen uit dezelfde tijd als de moedermavo.
Het drong tot de overheid in de jaren zeventig door dat voortdurende scholing bepaald
geen windeieren opleverde. Het zal duidelijk zijn dat zowel de moedermavo als de
Open Universiteit zich in de eerste plaats richtte op de volwassenen met een te mager
onderwijsverleden. Maar daarnaast konden hoger opgeleiden zich eventueel
bezighouden met een gewenste omscholing, dan wel her- of bij scholing. Het
levenslang leren is alweer een tijdje het devies geworden.
Historisch Niedorp, informatieblad 2014 nr. 1