-15- Het verhaal wordt over de eeuwen heen in diverse versies beschreven door de kroniekschrijvers, waarbij enkel als bron de vier regels uit de rijmkroniek van Melis Stoke (1301-1305) voorhanden zijn geweest. De 18e-eeuwse kroniekschrijver Cornelis van der Woude geeft in zijn boek 'Kronyk der Stad Alkmaer met omgeleegene dorpen' zo mogelijk (en naar later blijkt bewijsbaar) de juiste vertaling aan de 14e-eeuwse rijmregels en locatie van de waterbron: Anno 993. Als Graef Arnout derde Graef van Holland regeerde, zyn de Vriesen wederom gekomen onze landen verwoestende: tegen den welken den Grave met een groote macht optrok: ende alsoo zyn volk grooten dorst hadden, ende geen geleegentheit en konden vinden om drinken te krygen; zoo heeft desen goede Grave God Almachtig dezaeke opgedragen ende om drinken gebeden Ende ziet wat wonder dat hier gebeurde: Terstont ontsprong daer een water-beek Fonteyn ofte Bronput uit der Aerden; daer te vooren geen water en was ende desen bronput is daer nog te vinden by het Dorp Winkel, inde Winckeler-were; ende niet tot Winkelmade ofte Winkelermade gelyk als Schriverius de Cronyk van Egmont, ende andere, uit de Rym Cronyk door een Drukfoutjen qualyk hebben verstaen: want daar en is geen Winkelermade. Door zulke kleyne drukfoutjes komen zomtyds misverstanden. De Weere (eerder Winkelerweere) is een buurtschap gelegen tussen de plaatsen Barsingerhorn en Lutjewinkel, ten oosten van Schagen. Aansluitend aan de buurtschap vinden we de Zoutkaag(weg), een oud, slingerend en doodlopend weggetje (dijkje) in de Weerepolder. De 17c-eeuwse Niedorpse notaris en secretaris Reyer van der Bijl schrijft omstreeks 1652, in een van zijn notities, het volgende over de waterbron in zijn regio: verscheijde oorloge in westfrieslant sijn geweest, ende in Cronicken gedacht werdt, van een groote veldslach, die tusschen den grave van Egmont, ende de vriesen, op den Soutkage ende daer ontrent soude sijn gevallen. Ende dat den gedachten Graeve en sijn volck van dorst willende versmaghten, op sijn gebeten tot God almachtich een bron in de Zoutkage soude sijn ontsprongen, welcke bron daer noch gevonden werd, en altijd vloeijende is. Oock vind men op een hoger stuck lands aen 't Soutkaegh, meenigte van doode beenderen ende seer lange schenkels. Ook sceptici zullen hiermee erkennen dat er in de 17e en 18e eeuw een nog werkende waterbron voorhanden was, die men 350 jaar geleden aan Graaf Arnaud toewees. Adriaan Westphalen, een Alkmaarse advocaat en verzamelaar van oude geschriften, ging in het jaar 1685 een kijkje nemen bij de waterbron en omgeving. In zijn aantekeningen lezen we: Barsingerhorn heeft veel licht landts ende riedt lant onder den soutendijck, maer het is niet nae an die dijck gemeten, doch affter en besuijden de huijsen seer out lant en kostelijck, beoosten dit hoochlant en kerck is de zoute caech laech lant daer graeff arnulphus van hollant voor sijn bidden een bron off groote gods zich Historisch Niedorp, informatieblad 2014 nr. 1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2014 | | pagina 15