-12-
hield onder andere in dat er een algemeen kiesrecht voor mannen werd geregeld. Voor
deze wijziging kende Nederland het zogenaamde censuskiesrecht, het stemrecht
voorbehouden aan personen die aan het minimum belastingbedrag voldeden. Voor
december 1917 kregen in Winkel honderdvier personen geen belastingaanslag omdat
ze te weinig verdienden. Driehonderddertien personen, die tussen en f 1200 - en
honderdzes personen die meer dan f 1200 verdienden, hadden wel het recht om te
stemmen. De leden van het zittende gemeentebestuur waren representanten van
personen die een belastingaanslag kregen.
Terug naar de vraag: was er een sociaal maatschappelijke onrust ten tijde van de Eerste
Wereldoorlog in Winkel? Het antwoord op deze vraag bestaat uit drie bestanddelen:
1) Was er een wij-gevoel? Ja, wat in het verdere verloop zal blijken.
2) Werd dat wij-gevoel ondermijnd door onrecht of morele verontwaardiging?
De Schager Courant van 15 februari 1918 bevat een ingezonden brief van een kleine
bouwer: De minister bepaalt de prijs van onze producten, die prijs is gebaseerd op de
bedrijfsvoering van 'dikke' boeren met honderd bunder land die grote oorlogswinsten
maken. De kleine bouwer moet honger lijden. (MM, verkort samengevat citaat.) Er waren
ingezonden brieven gericht aan het gemeentebestuur in de trant van: in onze
buurgemeente is het beter geregelden van een moeder: lmijn zoon Dirk is ongesteld,
ik krijg geen tien extra briquetten voor de kacheV
Een ingezonden stuk was opvallend. Het was geschreven door Vrouwe B.H.M. van
Holthe-Weideman, de echtgenote van Jonkheer Pieter Adam van Holthe, directeur van
het postkantoor te Winkel. Ze stelde in haar schrijven met argumenten dat het
gemeentebestuur te weinig oog had voor de noden van zijn ingezetenen. Aardig om te
vermelden is dat haar man lid was van de gemeenteraad voor de Liberale
Kiesvereniging. Het gemeentebestuur moet zich niet erg behaaglijk hebben gevoeld
met deze brief. In de eerstvolgende gemeenteraadsvergadering ging men in de
'tegenaanval'. In deel twee kom ik hierop terug.
3) Moet protest zin hebben? Voor de plaatselijke afdelingen van de Sociaal
Democratische Arbeiders Partij en de Nederlandsche Bond van Arbeiders in de land-
en tuinbouw en het zuivelbedrijf wel.
Op 29 januari 1918 waren plusrrunus driehonderd mensen bijeen voor een protest-
vergadering in de zaal van cafe Het Fortuin. (MM, Dorpsstraat 52.) De gastspreker had van
tevoren het distributiesysteem van de gemeente Winkel kritisch bekeken. Hij vond dat
de grieven en verontwaardigingen van zijn toehoorders gerechtvaardigd waren.
Staande de vergadering werd er een motie opgesteld en aangenomen, gericht aan het
gemeentebestuur. De zin van het protesteren had een niet onbelangrijke bijkomende
factor. De SDAP was niet vertegenwoordigd in de gemeenteraad. In 1919 vonden de
eerste verkiezingen plaats waar de 'bezitlozen' mochten stemmen. De SDAP kreeg in
de nieuwe raad drie zetels toegewezen.
Spaanse griep
De Spaanse griep groeide tussen 1918 en 1919 uit tot een pandemie die naar alle
waarschijnlijkheid uit de USA was overgekomen en de naam Spaanse griep kreeg. Dit
komt hoogstwaarschijnlijk omdat Spanje neutraal was en als eerste land over deze
ziekte berichtte. Nederland telde ruim twintigduizend dodelijke slachtoffers. Verspreid
Historisch Niedorp, informatieblad 2014 nr. 1