-40-
Ooggetuigen
Jaap Fijnheer (1925):
De laatste rit van de ouden van dagen met
particuliere autobezitters, georganiseerd door
de Bond voor Staatspensionering afdeling
Winkel, was vermoedelijk in 1953. Ik heb deze
rit als chauffeur zelf meegemaakt met de
Chevrolet van mijn vader Manus. Die had daar
geen zin meer in. Een gebeurtenis van het jaar
ervoor was daar schuldig aan. Hij moest toen
rijden aan de staart van de colonne. Piet Otjes
de kruidenier reed met zijn bestelauto voor
hem. In de auto van Otjes werden de
versnaperingen voor onderweg vervoerd. In
Haarlem was een vreemde auto tussen die twee
in komen rijden. Die vreemde auto sloeg bij
een zijstraat rechtsaf, vader Manus volgde
hem, de rest reed rechtdoor. Hij was er dood
mee verlegen. De verkeerspolitie begeleidde
de chauffeur met zijn passagiers uit de benarde situatie. De 'verloren zonen' werden
netjes afgeleverd op het Kopje van Bloemendaal waar de rest al mooi anzat an een
koppie.
Mevrouw Immetje Timmerman-Spaans (1925):
De vrouwen van de bestuursleden van de plaatselijke Bond voor Staatspensionering
waren ook actief betrokken bij het werk van de vereniging. Met name bij de
voorbereiding van het jaarlijkse reisje van de oudjes waren wij betrokken. Wij gingen
met intekenlijsten langs de huizen om geld in te zamelen. Inderdaad met intekenlijsten,
dat bracht meer op dan de collectebus. Als de buren geld geven dan kunnen wij niet
achterblijven, was de achterliggende gedachte. Een dag voor de reis werden de
broodjes gesneden en van beleg voorzien, dezelfde avond werd de mondvoorraad in de
koelcel van slager Van Zoonen opgeslagen. De volgende dag zorgden we ervoor dat
het in de autobus kwam.
Flip Timmerman (1929):
Ik heb veel voldoening gehad van het werk dat ik heb gedaan voor de Bond voor
Staatspensionering Winkel. Je moet me niet vragen hoe lang ik in het bestuur gezeten
heb want dat weet ik niet meer. Ik heb alleen de busreizen van de oudjes meegemaakt.
In het organiseren van zo'n reis ging de meeste tijd zitten. Afspraken maken met de
busondernemer, vrijwilligers voor de begeleiding, leveranciers en restauranthouders
enz. Die horecazaken werden van tevoren bezocht. We maakten afspraken over wat er
aan eten en drinken op tafel zou komen, ook werden de toiletten gecontroleerd op
netheid en bereikbaarheid. Ondanks de loftuitingen die we mochten ontvangen, waren
er ook wel klachten. Die 'schoonheidsfoutjes' probeerden we het jaar daarop te
voorkomen. Het eten in restaurant Treslong te Hillegom vonden enkele oudjes in dat
jaar slecht. Het vlees was niet goed doorgebraden, het zag te rood, wellicht hadden ze
het woord medium niet goed begrepen. Ook hebben we een keer gegeten bij Spaander
in Volendam. De klachten die we later hoorden: de soepballetjes waren niet evenredig
Historisch Niedorp, informatieblad 2013 nr. 2
Jaap Fijnheer met de wimpel van de Bond
voor Staatspensionering afdeling Winkel