-33-
bouwvoor verdwijnt, als gevolg van de oxidatie van de bovengrond. Doordat de
bovenlaag vergaat en verwaait, vindt in de Groetpolder een maaivelddaling plaats.
Steeds minder bovengrond scheidt daarom ieder jaar de neolithische resten van de punt
van de ploeg. In dat tempo zou de gemiddelde 18 cm dikke cultuurlaag binnen enkele
jaren verdwijnen. Als het meezit in 18 jaar. In het minst gunstige geval nog voor het
jaar 2000 (Van Ginkel, 1997). We kunnen dan nu (2013) wel aannemen dat die
cultuurlaag inmiddels geheel is verdwenen.
Zeewijk zijn ook sporen van akkerbouw
gevonden in de vorm van ingekraste Aardewerk bekers gevonden bij Zeewijk
voren. Er was zelfs sprake van een
complete akker van minstens 1 hectare.
Uit de vele honderden paalgaten en
paalsporen zijn de resten herkend van
huizen. De cultuurlaag is niet overal even
dik. In de geul die opgevuld is met
bewoningsmateriaal bedraagt zij ruim
een meter. Op de oeverwallen is de laag
relatief dun en plaatselijk helemaal in de
bouwvoor opgenomen.
Flevo in de Groetpolder
Bij de boerderij Flevo in de Groetpolder
zijn eveneens neolithische bewonings-
sporen gevonden. De vindplaatsen liggen
ongeveer 50 meter van elkaar verwijderd.
De noordelijke vindplaats heeft een
geringe grootte van waarschijnlijk niet
veel meer dan 100 m2 en bestaat uit een
dunne cultuurlaag die vrijwel geheel in
de bouwvoor is opgenomen. De
zuidelijke vindplaats is veel groter en
Strekt zich uit over een oppervlakte van Impressie van een basiskamp uit het Neolithicum
rond de 1000 rn2. De cultuurlaag heeft zoals dat gevonden is in de Groetpolder
hier een maximale dikte van ca. 40 cm en
is alleen in het centrum wat verploegd. De sporen van bewoning bestaan uit
aardewerk, stenen werktuigen, slachtafval, maaltijdresten en paalgaten.
Historisch Niedorp, informatieblad 2013 nr. 2