-32- Keinsmerbrug in de Zijpe. Een dergelijke dichte concentratie van merendeels redelijk geconserveerde nederzettingen binnen een zo klein gebied moet niet alleen voor ons land, maar ook voor Noordwest-Europa als uniek worden beschouwd. Uit het dichte verspreidingsgebied mag worden afgeleid dat West-Friesland tijdens het Laatneolithicum bijzonder gunstige vestigingsmogelijkheden kende. Daarnaast zijn er nog terreinen die niet door archeologen zijn opgegraven, maar waarvan wel bekend is dat ze ook dergelijke sporen bevatten. Wonen in een moeras- en kwelderlandschap Een groot deel van West-Friesland was al verzoet voordat de Enkelgrafcultuur er zich vestigde. Het was een landschap met uitgestrekte kwelders, doorsneden door enkele grote getijdengeulen. Men woonde op de oevers van de geleidelijk dichtslibbende en verlandende geulen en op andere hogere plekken in het verder vlakke land met moerassen en grote rietvelden. Er waren permanent bewoonde nederzettingen van waaruit men elders tijdelijke kampen inrichtte voor de jacht en de visvangst. Dergelijke jachtkampen zijn gevonden bij Keinsmerbrug in de Zijpe en aan de Mienakker bij Aartswoud. Het grootste deel van de opbrengst van de jacht werd ter plekke geprepareerd, geconserveerd en daarna vervoerd naar de hoofdnederzetting Rappol1994). Zo'n permanente nederzetting (een basiskamp) heeft men gevonden bij boerderij Zeewijk in de Groetpolder. Deze was gelegen aan weerszijden van een geul (Zeewijk-West en Zeewijk-Oost). In 1992 en 1993 is hier een groot gedeelte van de nederzetting blootgelegd. Zeewijk in de Groetpolder Bij de boerderij Zeewijk in het zuiden van de Groetpolder heeft de ROB twee tegenover elkaar gelegen Enkelgrafnederzettingen onderzocht: Zeewijk-West en Zeewijk-Oost. Het feit dat de vindplaats uit twee afzonderlijke woonplaatsen bestond, was bijzonder. Grotere vindplaatsen omvatten meestal een nederzetting. Bij Zeewijk kon worden bekeken of er verband bestond tussen twee zo dicht bij elkaar gelegen plaatsen. Dat het archeologisch onderzoek bij Zeewijk zo'n grote omvang heeft gekregen, had te maken met de ontdekking dat de vindplaats op niet al te lange termijn zou verdwijnen (Van Ginkel, 1997). In 1986-1987 was tijdens boringen gebleken dat een deel van de oude bewoningslaag al was weggeploegd. In 1992 was op dezelfde plaatsen nog eens geboord en werden de resultaten vergeleken met de oudere gegevens. Hieruit bleek dat per jaar 1-4 cm van de bewoningslaag in de V -\--n Het zuidelijk deel van de Groetpolder met de boerderijen Zeewijk, Flevo en De Vrijheid. De grijze gebieden zijn de vindplaatsen van archeologische vondsten van zo'n 3000 jaar oud. Historisch Niedorp, informatieblad 2013 nr. 2 s Hoeve Zeewijk Zeeoogst i Wee/polder-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2013 | | pagina 32