-28- Schuitemaker was niet de enige die indertijd door Vincent getekend werd. Vincent schreef in een brief aan zijn broer dat hij zat te schrijven in een klein kamertje met een hele collectie mannen, vrouwen en kinderen uit het Heike om hem heen. Later heeft Vincent aan de hand van een tekening van Schuitemaker nog een nadere studie gemaakt. In 1882 schreef hij aan zijn broer: 'Heden en gisteren tekende ik twee figuren van een oud man die met de ellebogen op de knieen en 't hoofd in de handen zit. Ik heb het indertijd van Schuitemaker gedaan en bewaarde steeds de tekening omdat ik het nog eens beter wilde doen.' In de tijd dat Vincent Cornelis Schuitemaker tekende, besloot de kerkenraad van Etten het echtpaar Schuitemaker een bijdrage te geven van 75 cent per week. De hervormde gemeenten Hoeven en Oudenbosch stelden eenzelfde bedrag beschikbaar. Het echtpaar kon op deze steun rekenen tot aan het overlijden van Cornelis op 13 oktober 1884. Hij gaf de geest in Sint-Willebrord en werd begraven op het kerkhof van de hervormde kerk in Etten. Na het overlijden van haar echtgenoot ontving Johanna van Peer nog een keer een bedrag van vijf gulden van de diaconie. In de notulen van de kerkenraad staat te lezen dat zij niet onderhouden hoefde te worden door de hervormde gemeente, omdat zij 'Roomsch' was. Hoe ging het verder met Johanna? Zij liet in 1884 haar testament Boer bij het vuur opmaken waarin tot haar enige erfgenaam werd benoemd haar neef Henricus Edelbloed uit Sint-Willebrord. Huisje en grond van Schuitemaker werden in het openbaar verkocht in 1885. Antonie Konings werd de nieuwe eigenaar voor een bedrag van 630 gulden. De inboedel bracht nog het in onze ogen schamele bedrag van 55,20 gulden op. Het ging niet alleen om huisraad, keukengerei en allerlei gereedschap, maar ook om twaalf schilderijtjes. De prijzen logen er niet om. Die liepen van tien cent tot dertig cent. Johanna van Peer ging vervolgens bij haar neef wonen. Ze overleed in 1887. Haar echtgenoot geniet, dankzij Vincent van Gogh, in elk geval iets van onsterfelijkheid. Er zijn twee indrukwekkende musea die daar getuigenis van afleggen: het Van Goghmuseum in Amsterdam en het Kroller-Mullermuseum in Otterlo. Dit artikel is een bewerking van een artikel uit 'Brabantse biografieen, Levensbeschrijvingen van bekende en onbekende Noordbrabanders', deel 4. Uiteraard ben ik zeer erkentelijk voor toezending van het oorspronkelijke artikel door Wout Smit uit Den Helder. Historisch Niedorp, informatieblad 2013 nr. 2

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2013 | | pagina 28