-23-
naar mijn gevoel toch wat waarschijnlijker dat de Prigdijk oorspronkelijk aan de
buitenkant van het beekje de Leets in de richting van de zogenaamde oude zeedijk
liep. Alsof de N241 er tegenwoordig gewoon overheen loopt. Die voormalige zeedijk
wordt hier de Snevert genoemd. Bij de Niedorper en Schager zijdewinden is door alle
overstromingen vrijwel niets meer te bespeuren van aanvankelijk opstrekkende kavels.
En dat geldt ook voor het gebied ten noorden van de Prigdijk. (Ter verduidelijking:
opstrekkende kavels zien er uit als langwerpige percelen, oftewel stroken, die
evenwijdig lopen aan een zijdewind. En dat 'opstrekken zelf heeft te maken met het
recht een ontginning zo ver als mogelijk door te voeren.)
In feite is die voormalige zeedijk tijdens de grote ontginning als zodanig nog helemaal
niet aanwezig! Het is dan hooguit een (tussen)dijkje langs de nu naar het westen
lopende Leek (de huidige voorsloot of Mient van Barsingerhorn). Het Niedorper blok
is dus niet meer dan een belangrijke ontginningsfase geweest, eindigend bij de
Langereis.
Een veelzeggende knik
Als zowel de Leek als de Leets binnengedijkt zijn, ligt het dijkje dus 'achter' het
stroompje. Zo kon men voor de noodzakelijke waterafvoer bijzonder goed
gebruikmaken van deze beekjes.
Bij Barsingerhorn lijkt de situatie andersom, maar we hebben hier te maken met een
voorlopige einddichting van een noordelijker blok! Dat zien we ook in Schagen. Bij
verschillende tussenfasen, van noord naar zuid, is er doorgaans eerst water en
vervolgens een afdichtingsdijkje. Dat herkent men nog in de verschillende Hoogzijdes
en Laagzijdes die men in onze omgeving tegenkomt: Schagen, Barsingerhorn, Nieuwe
Niedorp en Winkel.
Het geldt ook voor enkele tijdelijke tussenstops als de Westermoerbeek, de
Wateringskant en de toenmalige Gouwsloot langs 't Paadje (zie Infoblad 55). Het
oostelijk gelegen Moerbeek vormt in elk geval een duidelijke uitzondering.
Als er een dikke natte veenlaag
aanwezig was, werd een afvoerwater
achter het dijkje meestal noodzakelijk.
Bij Janneke Weijver (Infoblad 60) lijken
restanten van beide wateren nog
aanwezig.
We gaan ervan uit dat de
ontginningsrichting van noord naar zuid
loopt. Dat wordt onder andere
gei'llustreerd door de opvallende knik
aan de westkant van Winkel. Die knik blijkt een stuk zuidelijker vrij precies nagevolgd
bij de huidige Oudeprovincialeweg. Dit paste in het kennelijk noodzakelijk parallel
lopen van de twee belangrijke weteringen (biz. 20, Infoblad 55). Wellicht berustte dit
op afspraken met de toekomstige grondbezitters. De knik bij Winkel was echt nodig
om voor een behoorlijk vaarwater voor de bewoners van de kreekrug te zorgen.
De evenwijdige weteringen
Historisch Niedorp, informatieblad 2013 nr. 2
Nieuwe Nicdoi
De Rijd
Grote Waard
Oude Niedorp