-16-
het moeraswater. En nog wel aan beide zijden. Die Willenser Zuwe en Vinkeveense
Zuwe zijn in elk geval mooie voorbeelden van de zijkaden van een ontginningsblok.
Van Zittend tot Seitwende
Bij Binnenwijzend in Noord-Holland komen we de naam Zittend tegen, ook een uiterst
vreemde verbastering van zijdewind, maar wel typisch een zijkade van een
ontginningsblok. In Groningen ontmoeten we nog Zuidwending, gelegen tussen
Veendam en Nieuwe Pekela. Dat wijst duidelijk op een verkeerde interpretatie. En in
Gelderland trelfen we tussen Ruurlo en Lichtenvoorde het plaatsje Zieuwent. Nog
enigszins herkenbaar. We zouden nog allerlei namen die afgeleid zijn van zijdewinden
kunnen verwachten als zijdijken van onze grote rivieren, maar er is mij slechts een
enkele bekend. Zo hebben we de Zuwedijk bij de Lek vlak bij Culemborg.
Bij alle mogelijke ontginningen hebben ze een rol gespeeld in het tegenhouden van
ongewenst water uit aanpalende gebieden, maar de term 'zijkade' heeft het
waarschijnlijk daarna al vroeg gewonnen. En dat heeft dan op den duur het eerste deel,
dat 'zij' verloren, zodat er slechts een kade overblijft.
In Noord-Duitsland vinden we Seitwendes. Bijvoorbeeld op het schiereiland
Eiderstedt, iets ten zuiden van de grens met Denemarken, bij het riviertje de Eider dat
uitloopt in de Waddenzee.
Even voor de verandering een zijsprongetje via het internet: In de 16e en \T eeuw vluchtten aardig
wat van onze Friezen met eigen godsdienstige opvattingen die kant op. Zo hebben de mennonieten
(doopsgezinden) uit Groningen zich op Eiderstedt letterlijk voorbeeldig met veeteelt beziggehouden
waardoor de eenzijdige teelt van ossen grotendeels werd verlaten en zelfs de plaatselijke taal door hen
merkbaar werd bei'nvloed. Gezien de nare voorgeschiedenis van de doopsgezinden mag daar af en toe
wel iets positiefs aan worden toegevoegd.
Nogmaals de wuivers
In mijn vorige artikel over de wuivers
tussen Opmeer en Aartswoud is een
vergissing gemaakt bij de naam
Slikkerige Wuiver. We moeten hier niet
denken aan de Korte Wuiver (aan de
zuidkant van Aartswoud), maar aan de
verbinding tussen Aartswoud en de
Dijkbuurt, de meest noordelijke wuiver.
Hoe moet men zich bij Hoogwoud de
ontginning voorstellen? Niet in relatief
kleine blokken, maar als een groot
geheel, met ongeveer dezelfde breedte als
het Niedorper blok bij de Langereis. Men
kan de Korte Wuiver doortrekken naar de
Mienakker, die dus ook als een echte
zijdewind heeft dienst gedaan. De
Opmeerder Wuiver is door te trekken langs de bannegrens tot aan de Lagehoek(dijk)
om daarlangs verder te lopen tot aan de Korte Langereis. Dat betekent dat men ook
daar, dwars door het weidegebied, ooit een zijdewind als zijkade heeft gehad. Het
Historisch Niedorp, informatieblad 2013 nr. 2
Mienjdd^
zijdewind
Hoog»ouder
blok
^CdeGiaafweg
'yjuWeI