-43-
verblijven. Boeren waren ten einde raad, het riet van de daken moest op het laatst
worden gevoerd. Vele boerenarbeiders werden werkloosd
Claas Dirks Kruijt en zijn vrouw kregen op 3 januari 1760 hun eerste kind. De
overlijdensakte meldt dat het kind naamloos dezelfde avond is begraven. Deze
doodsoorzaak zegt toch wel iets over het woongerief. Het kind was namelijk
doodgevroren. Rond 1750 woonden de weduwnaar dominee Benjamin Medenbach
[Al/Bl] en zijn huishoudster juffrouw Tollius in de pastorie. Baken schrijft hierover:
Beslist niet meer geschikt voor een predikantswoning maar de beurs der
kerkmeesteren is onvermogend om een grote reparatie te verrichten of een nieuwe
pastorie te bouwen. Dominee Medenbach heeft een ietwat hipocodreus en
zwaarmoedig temperamentHij stierf op 28 mei 1774 op 79 jarige leeftijd.
De kerkklokkenluider Pieter Jacobszn Groot werkte voor 33 gulden per jaar. Wat
inhield dat hij voor iedere preek zondags en doordeweeks en bij een teraardebestelling
de klok drie keer moest luiden. Hij moest de kerk en het kerkmeubilair schoonhouden
en de vloer iedere maand vegen en met vers zand bestrooien, de kaarsen opsteken voor
de avondpreken en catechisaties, de stompjes kaars uit de kandelaars verzamelen en
die naar de kaarsenmaker Jan Gouwen brengen aan de hoogzijde in de Dorpsstraat. Jan
Gouwen maakte daarvan weer nieuwe kaarsen. Het traktement van Groot werd in
natura aangevuld. Van de armenvoogden ontving hij iedere week een half brood van
zes pond. De rest moest hij er maar bijscharrelen.
Lonen en prijzen
Rond 1750 golden ongeveer de volgende getallen (www.rug.nl):
een kilo boter kostte 50 cent tien eieren 13 cent
een kilo vlees 30 cent tien aardappelen 15 cent
een maand huishuur fl. 0,80 tot fl. 1,60 een goedkoop koophuis fl. 100 -fl. 200
dagloon arbeider in de zomer 60 cent dagloon timmerman in de zomer 80 cent
De regering van Stede Winkel
Winkel kreeg in 1415 stadsrechten van Jacoba van Beijeren, na onenigheid tussen haar
en Philips van Bourgondie gingen deze tijdelijk verloren. Echter op 8 mei 1452 kreeg
Winkel dit recht terug. Dit recht maakte het mogelijk de gemeente te besturen en recht
te spreken bij misdaad en vergrijpen. De organisatie van het gemeentebestuur zag er
als volgt uit. Een schout, twee burgemeesters, zeven schepenen, zesendertig
vroedschappen, zeven rekenaars, een secretaris en een bode.
Inhoudelijk valt hier veel meer over te vertellen, ik wil het echter houden bij deze
verkorte weergave. Hoe werd je verkozen tot dit bestuur? Er waren 36 kandidaten
nodig voor de vroedschap. Dit waren de uitverkorenen van de burgemeesters,
schepenen en rekenaars.
De samenstelling van het bestuur vormde geen representatieve afspiegeling van de
samenleving. Het waren mannen die voldeden aan de eisen, aanzien genoten, rijk en
bekwaam waren. Kortom je moest behoren tot de elite van de gemeente. Men werd
Historisch Niedorp, informatieblad 2013 nr. 1