Afscheid, een interview
door Jan Keuken
We hebben afscheid genomen van Aat Wit als voorzitter van onze stichting. Als je al
behoorlijk boven de tachtig bent en je hebt intussen de nodige moeite om de mensen in
je omgeving te verstaan, is afstand nemen op zijn plaats. Daar hoeven we niet omheen.
Aat is een geboren Niedorper met een Friese voornaam. Dat is geen toeval, want zijn
moeder is afkomstig uit Friesland. In zijn jonge jaren gingen alle vakanties over de
Afsluitdijk, naar de eigen familie. Dat er ooit een tijd zou komen dat heel gewone
mensen elk jaar naar het verre buitenland reizen, soms wel twee keer, was indertijd
ondenkbaar. Aat was op een lastige datum jarig: 27 april. Dat betekende dat hij op een
gegeven moment eigenlijk nog te jong was om naar de lagere school te gaan. Maar hij
ging toch, ongetwijfeld op voorstel van zijn ouders, en wist zogenaamd niet hoe oud
hij was. De school kreeg achterdocht en controleerde op eigen houtje de leeftijd.
Waarschijnlijk op het gemeentehuis. Aat werd te jong bevonden en moest weer voor
een tijd naar huis.
Zijn herinneringen aan de school zijn gemengd. Zo had hij bijvoorbeeld graag op een
reiinie meester Noorman aan zijn vestje getrokken, maar die was helaas niet aanwezig.
Als er in de klas gezongen werd mocht hij nooit meedoen en zat hij achteraan. Je snapt
wel waarom. Op dat terrein was er bij hem nu eenmaal van geen voldoende aanleg
sprake. Maar meester Noorman voelde zich kennelijk verplicht, net als meer
leerkrachten in die tijd, om alle leerlingen in verband met een rapportcijfer, voor de
klas in hun eentje te laten zingen. Ook Aat moest er dan aan geloven waardoor de hele
klas krom lag van het lachen. Aan die pijnlijke ervaring had hij meester Noorman
graag even fijntjes herinnerd. Met hoofdmeester Wessels kon hij het goed vinden,
omdat de goede man voor het eerst regelde dat er echte schooltuintjes kwamen. En
toevallig zou tuinieren nou net een van Aats hobby's worden. Ondanks alle ijver en
liefde voor het minuscule tuinwerk greep hij het eerste jaar naast de prijs voor het
mooiste tuintje, maar het volgende jaar werd dat rechtgezet. Nog altijd werkt hij met
groot plezier in zijn eigen zeer aanzienlijke tuin achter het huis. En wel volgens de
regelen der kunst. Natuurlijk houdt hij van bloemen. En bij de groenten houdt hij
rekening met de gewenste wisselteelten en gepaste rusttijden voor de grond. Vooral bij
het telen van zijn eigen Lekkerlanders. Een soort aardappelen waarvan velen nog nooit
gehoord hebben.
Na het zevende leerjaar mocht hij van zijn ouders naar de ambachtsschool in Alkmaar,
samen met Jan Goet, de latere aannemer. Hij wou graag timmerman worden. Maar er
kwam een treinstaking die in februari 1942 georganiseerd werd als protest tegen de
Duitse Jodenvervolging. De gang naar het station van Noord-Scharwoude had even
geen enkele zin meer. Toen zat hij gedwongen thuis en daar had vader Wit heel gauw
genoeg van: 'Je helpt me voortaan maar met mijn fietsenhandel!' of woorden van
gelijke strekking.
Het in elkaar zetten van fietsen had hij vaak genoeg gezien en kostte hem dus weinig
moeite en dat betekende dat hij geen timmerman werd, maar fietsenmaker. En
natuurlijk met alles wat daarbij hoorde. Dat hield ook in dat de markten in Hoorn en
Purmerend elke week op zijn aanwezigheid konden rekenen. Hij heeft dat
vijfentwintig jaar volgehouden. Tot het moment kwam dat hij zich eens achter de oren
Historisch Niedorp, informatieblad 2013 nr. 1