-27-
conditie dat Pieter de Poep over acht dagen moest terugkomen om zijn geld te halen,
waarmee De Poep akkoord ging.
Na die acht dagen verscheen Pieter de Poep weer bij de familie Verwiel om zijn geld
op te halen. Doch Verwiel, die onraad rook, betaalde hem niet ter plaatse, maar wilde
het geld alleen geven op de plek waar De Poep woonde, namelijk Den Helder, waarop
Verwiel zijn rijtuig gereed heeft gemaakt en samen zijn ze weggereden richting Den
Helder. Vrouw Verwiel vertelde verder dat haar man toen hij weer thuis kwam,
verklaarde dat hij met Pieter de Poep 'aan 't Zant in de Zijpebelandde en toen de
avond begon te vallen, besloten ze de nacht door te brengen in't Zand in een herberg.
Op de vraag of ze konden overnachten zei de herbergier: "jij wel Verwiel, maar die
canailje niet die gij daar bij uw hebt".
Toen Pieter de Poep hoorde wat de herbergier zei, maakte hij zich schielijk uit de
voeten, zonder dat hij de kooppenningenvan zijn verkochte schapen had ontvangen.
Ook de herbergier Frans Jongerlingh, castelijn in de herberg 't Wapen van Alkmaar
op 't Zand in de Zijpe'' en Dirk Schravesant ook in 't Zand woonachtig, waren in deze
zaak als getuige opgeroepen. Herbergier Jongerlingh verklaarde later toen hij als
getuige optrad, dat vorig jaar in 1769 ongeveer een week voor 'Schager
Paardemarkt', toen de avond al begon te vallen, bij hem in zijn herberg binnen
kwamen ene Jan Verwiel uit Wognum en Pieter Harmonsz, in de wandeling genaamt
Pieter de Poepen aan hem vroegen of ze de aanstaande nacht bij hem konden
logeren." Jongerlingh antwoordde: "gij wel Verwiel, maar die boef niet die gij bij u
hebt." Pieter de Poep stond bij Jongerlingh bekend als een kerel die niet deugde en
toen die het verhaal van Jongerlingh had aangehoord is hij meteen daarna spoorslags
vertrokken.
Getuige Schravesant verklaarde dat hij samen met ene Cornelis Leeuwen van
Crabbedam vorig jaar naar Jan Verwiel in Wognum was gegaan, omdat hij gehoord
had dat zijn vier vermiste schapen en het ene gestolen schaap van Cornelis Leeuwen
daar te vinden waren. Ze kregen de schapen terug van Verwiel zonder daar enig gelt
voor te betalen\
Pieter de Poep, die in de Niedorper Kogge gevangen was genomen, werd in het
cachotte Winkel achter de tralies gezet. Uiteindelijk werd Pieter Harmonsz, alias
Pieter de Poep, tot de dood door middel van onthoofding veroordeeld De executie
vond plaats op een schavot voor het raadhuis van Winkel. De voltrekking van het
vonnis heeft nog aardig wat kosten met zich meegebracht. Er zijn enkele rekeningen
v van bewaard gebleven, onder andere een declaratie van de secretaris van Winkel, Jan
Slooff. Slooff had met de Bailjuw, Burgemeesters en Schepenen vergaderd en hij had
twee missiven, te weten een aan Schravesant en een aan F. Jongerlingh gezonden Hij
c had verder verklaringen uitgeschreven en van een zegel voorzien en kopien gemaakt.
Op negentien januari 1770 had hij de gevangene op vierenveertig artikelen
geexamineerd en de antwoorden genoteerd. Vijf dagen later had hij de gevangene
nogmaals op zeventig artikelen geexamineerd en op eenendertig januari had hij de
gevangene voor de derde maal een vierendertig artikelen groot examen afgenomen. Hij
heeft de drie examens gekopieerd en verzonden. In de eerste twee weken van februari
moest Slooff nog twee keer de gevangene examineren. Alle stukken werden op zestien
Historisch Niedorp, informatieblad 2013 nr. 1
1