weduwvrouwen die op deze wijze probeerden iets extra's te verdienen wat hun dan ook wel gelukte. Op afwisselende tijden meldde zich Piet Fijnheer uit het nabij gelegen dorp Winkel met koek en andere bakkerswaren. Hij sprak wat moeilijk, liep mank en kwam met een tweewielig wagentje waarvoor een trekhond was gespannen, later toen dat niet meer werd toegestaan trok hij het wagentje zelf voort. Piet was eerlijk en netjes, toen hij eens voor kortere tijd in de steeg naast ons huis was geweest en wij een taaipop uit het mandje wilden kopen zei hij "pakt u het er zelf maar uit want ik heb net een plasje gedaan". Een van de plaatselijke kruideniers had als nevenfunctie het beroep van 'voorloper en aanzegger' bij de plaatselijke begrafenisvereniging. Als er iemand was overleden kwam hij dat bij de woningen in de omgeving van het sterfhuis 'aanzeggen'. Gekleed in het voor ons indruk gevende zwarte begraafkostuum voorzien van een wit koord met zilverkleurige tressen deed hij huis aan huis mededeling van het overlijden, dit met formeel taalgebruik en daarbij passend gedrag. Als hij was uitgesproken bedankte vader of moeder hem voor het brengen van dit droevige bericht. De brenger van het droeve bericht schakelde indien hij dat nodig achtte, over naar zijn beroep van kruidenier en vroeg beleefd: "Mevrouw, ik ben hier nu toch. Heeft U de boodschappen al in het boekje genoteerd, dan kan ik dat gelijk meenemen." Op mijn toen nog jeugdige leeftijd kwam het combineren van deze twee zo verschillende functies vreemd voor. Enige malen per jaar kwam tot halfweg de vorige eeuw een zogenaamde kassieventer in het dorp. Hij had een rechthoekig koffertje bij zich waarin zich velerlei kleinigheden bevonden zoals knopen, garen, naalden en dergelijke. Blijkbaar was het meestal dezelfde persoon die probeerde deze voor de huisvrouw nuttige kleinigheden aan haar te slijten. Met de opmerking van: "Daar hebben we hem weer" ging de huisvrouw zuchtend naar de deur. Daar lag de man al met zijn knieën op de stoep om als de deur geopend werd zijn 'kassie' snel over de drempel te schuiven, waardoor de deur niet dicht zou kunnen gaan. Voor de huisvrouw zat er weinig anders op dan iets van de man te kopen wilde zij dat hij zou vertrekken naar een volgende woning. Jaarlijks kwam de familie Kooi uit Hoorn met de woonwagen in Nieuwe Niedorp. Hij vond dan voor enkele weken een plekje op het woonwagenkamp buiten ons dorp aan de Terdiekerweg. Met zijn 'scharensliepwagen' bezocht hij de inwoners uit het dorp en wijde omgeving voor het slijpen van scharen en messen. Kooi stond bekend als betrouwbaar en leverde goed werk af. Buitensporig hoge bedragen voor verrichte werkzaamheden bracht hij niet in rekening. Een stoelenmatter en mandenmaker gebruikten eveneens het woonwagenkamp als tijdelijke basis voor hun werkzaamheden. Zij namen een stoel waarvan de zitting kapot was mee naar hun woonwagen om die na reparatie tegen betaling van de verschuldigde kosten weer thuis te bezorgen. Bij de mandenmaker gebeurde dit op gelijke wijze. Een nieuwe stoel of mand konden zij ook leveren. november 2012 Historisch Niedorp, informatieblad 2012 nr. 2

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2012 | | pagina 9