-37-
Maartje vertelde in het verhoor "dat kort na haar ook Abbes, Maartje en Poles
binnenkwamen en dat zij het pannetje hebben gezien en zeiden dat er nog rottekruijdt
in was en dat ze het aan Maartje Landers buiten de deur hebben gegeven". Maartje
moest ook bekennen dat ze in "1752 in de maand mei bij Maarten Adriaansz Maars op
Colhorn rottekruijdt heeft gekocht om haar lammeren er mee te begieten". Maar of
"het een vierendeel of een half pont was", weet ze niet meer.
De 16e en 17e december 1752 blijkt dat Maartje op de bewuste maandag, na in de
eerste examens ontkend te hebben, toch 's morgens om acht uur in Lijsbeth haar
keuken is geweest. Ze verklaarde deze omissie, "omdat dit bezoek niet meer in haar
gedachten was geweest".
Er ging meest geen dag voorbij of Maartje kwam wel even bij haar zus aanlopen,
behalve als ze moest helpen in de 'vlastijd'. Op de dag dat haar zus het rottekruijdt
naar binnen kreeg, had ze 's morgens goedemorgen gewenst en de kinderen elk een
zoen gegeven en een paar wantjes. Ze zou die dag niet bij haar zus gekomen zijn als ze
niet de ram op haar erf had gebracht. Maartje blijft ook tijdens dit examen stellig
ontkennen dat ze het gif in het dooppannetje heeft gedaan. Voor de kerstdagen op 22
december moest ze nog een keer voor de baljuw en schepenen verschijnen. Maartje
kreeg 42 vragen te beantwoorden, maar ze bleef ontkennen. De volgende getuigen
waren bij dit verhoor aanwezig: Dirk Albertsz Pool, Albert Dircksz Pool, Maartje
Jansz, Pieter Arentsz Geel en Maarten Adriaansz Maars.
Maartje werd overgebracht naar de gevangenis in het Schager slot
Het examen dat Maartje op de dertiende januari 1753 moest ondergaan, geeft ons
interessante informatie. Uit het verslag blijkt dat Maartje al snel na de eerste verhoren,
uit haar gevangenis in Barsingerhorn is overgebracht naar de gevangenis in het
Schager slot.
In de nacht van eerste op tweede kerstdag 1752 is ze in de kerker van het Schager slot
uit haar cel gebroken en weet ze te vluchten naar Kolhorn. Lang kan ze niet van haar
vrijheid genieten. Maartje wordt in januari 1753 weer opgepakt en wederom in het
Schager slot gevangen gezet.
Maartje gaf op 13 januari in een nieuw verhoor aan wat de redenen waren om tijdens
de kerstdagen uit haar gevangenis uit te breken. "Ik kon het niet meer harden in dat
akelige naare duijstere hol daar ik in zat en daar bij, omdat ik reeds op de trap van de
galg stond omdat je soo tegen mij zeijd hebbe en daarbij om dat velen mij in mijn
aangesigt soo tegen spraken, daar ik mij soo mogelijk om gemaakt heb en dat ik toe bij
mij self geresolveert heb om mij in de vrijheijt te begeven, ik vergong ook van de
koude in mijn voeten".
Maartje vertelde ook op welke manier zij uit haar cel was gebroken: "Ik ben onder de
drempel van de deur gegaan of gekropen, na dat ik 's avonds een gat onder deze
drempel had doorgemaakt." Ze is toen naar boven gegaan, wist daar een luik te openen
en met behulp van een plankje dat ze uit de zolder had gebroken, wist ze op de
Historisch Niedorp, informatieblad 2012 nr. 2