-34-
De familie Spek
Er zijn meerdere getuigen die op 4 november 1752 een verklaring afleggen. Maartje
Jans Waardt, de huisvrouw van Cornelis Pool en Trijn Jans, huisvrouw van Gerrit
Bood en Anna Spek(s), weduwe, en allen tot Colhorn woonachtig, zijn ook bij notaris
Jan Slooff geweest op verzoek van Johannes Spek van Colhorn. Dit om zijn dochter
Maartje te ontlasten van de beschuldiging dat zij haar zus Lijsbeth en de twee kinderen
zou hebben vergiftigd met rottekrijdt. Toen deze Kolhorner ingezetenen hun
verklaring aflegden, zat Maartje al enige tijd achter slot en grendel in het
Barsingerhorner cachot.
De getuigen verklaren dat ze op maandag 23 oktober 1752 's nachts zijn geweest ten
huize van Lijsje Speks, die in doodsbenauwdheid te bedde lag en ze zagen dat Maartje
Jans Spek haar zuster (Lijsbeth) in haar benauwdheid de nodige hulp heeft verleend,
zowel in het oppassen als anderzins. Dat zij de pot onder 't lijf van haar zuster Lijsbeth
heeft gezet en dat haar moeder de benauwde Lijsbeth heeft opgelicht."
Anna Speks kwam 's middags tussen drie en vier uur en vond haar nicht Lijsbeth in
uiterste benauwdheid en zag dat Maartje, de zus van Lijsbeth ook aanwezig was, 'haar
zuster ernstelijk beklagende en ze liep over de vloer te kermen en te lamenteren over
de droeffenis 't geen haar zuster was overkomen'. Ze zag ook nog dat Maartje de
kinderen van Lijsbeth Speks, die ook in hevige benauwdheid waren, wat te drinken
gaf, dat van te voren door haar was opgewarmd. Maartje had haar zus en kinderen dus
liefdevol verzorgd en de getuigen geloofden ook niet dat Maartje iets te maken had
met de rottekruijdtvergiftiging.
Laten we nu eens even gaan kijken of we over deze zaak wat wijzer kunnen worden in
het verslag van de extra ordinaire rechtdag op 31 October 1752. De heer Gerard Boers,
baljuw en schout van Barsingerhorn en de edelachtbare heren schepenen der stede en
vrije heerlijkheid Barsingerhorn, vermelden in hun verslag dat op maandag 23 october
1752, Lijsbeth Jans Spek, de huisvrouw van Jacob Dircksz Pool, met haar twee oudste
kinderen 's middags na het eten van aardappelen met bokkingen en het dopen uit een
dooppannetje (waarvan Lijsbeth en de kinderen de vorige zaterdag ook hadden
gegeten en gedoopt, zonder enig ongemak op te lopen), terstond zeer benauwd was
geworden. Ze begon te braken, kreeg afgang en moest kuchen en klagen over krimping
van de ingewanden en buikpijn en tenslotte kreeg ze 'convulsiën of stuipen'.
Het was zo erg dat Lijsbeth Jans Spek de volgende dag, dinsdag de 24e oktober 's
middags om één uur is overleden. Gelukkig waren de beide kinderen blijven leven.
Onder het eten had Lijsbeth al bemerkt dat er met het eten iets niet in orde was en
vroeg zich af of er enig ongemak of kwaad in het dooppannetje zat. Ze was met eten
gestopt want haar doop was behoorlijk van kleur veranderd en werd troebel als
karnemelk. Om een proef te nemen werd het dooppannetje aan de poes gegeven, die
wat naar binnenslikte en kort daarop na grote benauwdheid en brakingen was
gestorven. Verschillende personen die in Lijsbeth haar woning waren hebben het
pannetje met de doop, die er nog in was, bekeken en aan geroken en bevestigden dat er
zonder twijfel rottekruijdt in het pannetje was. Ook zus Maartje Jans Spek was tijdens
Historisch Niedorp, informatieblad 2012 nr. 2