Rottekruijdt bracht in 1752 dood en verderf in Kolhorn -33- door Jan Smit Halverwege de 18e eeuw had Kolhorn nog een belangrijke aanvoerhaven voor turf, wier en vee. Tevens had een kleine dertig lichterschippers Kolhorn als thuishaven. Samen met de Wieringer lichterschippers bezaten zij het monopolie op de overslag van goederen uit de zeeschepen welke niet verder voeren dan Texelrede, waar ze eerst een deel van hun lading in de Kolhorner lichters moesten overhevelen, voordat ze verder de Zuiderzee op konden zeilen. Eén van die Kolhorner lichters lag in 1750 rond de kerstdagen tegen de wal in het Kolhornerdiep. Met het aanwezige rottekruijdt aan boord van deze lichter, waarvan Jacob Dircksz Pool eigenaar was, moet iets vreemds gebeurd zijn. Jacob Dircksz Pool, die de lichter van zijn vader Dirck Albertsz Pool had overgenomen, had zeker nogal last van ratten aan boord van zijn schip, want er was puur wat rottekruijdt aanwezig. Uit een verklaring, gedaan op 4 november 1752 voor notaris Jan Slooff uit Winkel, blijkt dat overduidelijk. De 27-jarige Jacob Aarjensz Proster, woonachtig op Colhorn, verklaarde "ter requisitie van Johannes Spek, ook wonende op Colhorn en de vader van Maartje Jans Spek, waar en waarachtig te wezen 't geen hier volgt; dat hij deposant als knegt in dienst op de lichter is getreden van Jacob Dircksz Pool, wonende op Colhorn en dat hij op de lichter is gekomen tussen karstijd 1750 en vastenavond 1751, zonder egter de preciezen tijd en dag te kunnen zeggen en dat hij destijds in deze lichter had gevonden boven de lege kooij een brief met rottekruijdt." Van dit rottekruijdt waren naderhand enige kauwtjes geformeerd, dienende om de ratten en muizen aan boord van de lichter te vergeven en van kant te maken. De aangevreten kauwtjes waren naderhand overboord gegooid en weggesmeten. "Dog also 't voorschreven rottekruijdt niet helemaal is verbruikt voor de voorschreven kauwtjes, is de rest van 't zelve geleijt boven de schuijf in de lege kooij op een lijstje en dat Jacob Aarjensz Proster in 't verdere niet en weet waar de rest van 't rottekruijdt is gebleven." Kolhorn gezien vanaf het Keern, geschilderd door Cornelis Bok Historisch Niedorp, informatieblad 2012 nr. 2

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2012 | | pagina 33