-26-
Heer Albrecht bleek bereid om overal tot aanzienlijke riemtalvermindering over te
gaan. Dus ook in onze omgeving. Wat precies doorslaggevend was is onduidelijk. Had
Albrecht echt met zijn volk te doen? De verarming van het platteland was
onmiskenbaar. De tijden van mooie graanoogsten waren voorbij. Het land was
ingeklonken en zo nat geworden dat veel landbouwgrond moest worden omgezet in
grasland. En grasland heeft nu eenmaal veel minder werkkrachten nodig. Dat leidde
dus tot werkeloosheid. Verder brachten stormvloeden grote schade. Om de ellende
compleet te maken waarde in de 14e eeuw de pest rond, met in onze omgeving als
opvallende uitzondering Kennemerland. De graaf reisde zelfs van hot naar her om
besmettingsplekken zoveel mogelijk te ontwijken.
Een catastrofaal jaar
Bij tijd en wijle waren ze in Stavoren tot op zekere hoogte pro-Hollands. Mogelijk was
dat niet veel meer dan een pragmatische dan wel opportunistische keuze. Hoe dachten
de Friezen in het algemeen over de Hollandse Heren? Soms gematigd positief. Floris
was nog gehuldigd in 1292 in Stavoren. Willem III in 1310. En laatstgenoemde werd
zelfs in Westergo (het westelijk deel van Friesland) als Heer erkend. Maar zijn
opvolger Willem IV werd in 1337 botweg geweigerd. De problematiek was in de kern
eigenlijk heel eenvoudig. De Friezen wilden hun eigen rechters en lokale gezaghebbers
blijven benoemen en die nooit ofte nimmer opgelegd krijgen door iemand van buiten.
In 1345 was de veroveringstocht naar Friesland voor Willem IV catastrofaal verlopen.
Hij sneuvelde in de buurt van Stavoren en met hem vele anderen.
Van Hofvijver tot schoorsteengeld
Het lijk van Willem IV mocht trouwens onder geen beding in Friese grond
achterblijven. De ridderlijke eer stond dat niet toe. Bij de strijd in 1398 werd het
teruggevoerd naar Holland.
Werden er eigenlijk nog wel heerkoggen gebruikt in de tweede helft van de 14e eeuw,
geroeid door riemtaligen? Van 1345, het Hollandse ongeluksjaar, is het in elk geval
bekend. Een paar decennia later, in 1371 dienden de huislieden in Nieuwkoop en een
paar omliggende dorpen in hun eigen heerkogge naar Gelre (Gelderland) te varen. Dat
was ook zeker niet bedoeld als vakantiereisje. Nieuwkoop is echter om een heel andere
reden interessant. Als een van de 38 Rijnlandse dorpen uit het kerngebied van Holland
had het alles te maken met riemtalen. Of het nu ging om een van de expedities naar
Stavoren dan wel om andere grafelijke oorlogsondernemingen. Ook daar was het in de
14L eeuw geen vetpot en zien we het aanvankelijke riemtal van 16 in 1395
verminderen tot 8 en vervolgens tot 4 in 1400 en zelfs tot 2 in 1405. De tijd van graaf
Albrecht. Maar die 2 werden nooit 0. Inwoners van Rijnland hadden niet alleen de
plicht om in principe de roeiriemen te hanteren, zo nodig strijdvaardig te zijn en
militaire graafwerkzaamheden te verrichten, maar ook het terrein om het Haagse Hof
te onderhouden. De Hofvijver moest op tijd uitgebaggerd, de kaden hersteld en de
beschoeiingen gerepareerd, de bomen gesnoeid en een paar zandwegen in orde
gebracht. En zo was er nog wel wat. Het verhaal staat te lezen in het historische
tijdschrift van Nieuwkoop en is geschreven door een zekere Hendrik Battjes.
Aanvankelijk voeren de Nieuwkopers met hun eigen heerkogge naar de Hofstad. Zo'n
kogge was voor binnenlands gebruik en had een kleiner formaat dan de koggen die op
Historisch Niedorp, informatieblad 2012 nr. 2