-19-
Wat is toch de reden geweest dat de vrouw als mindere van de man werd beschouwd?
In de Griekse oudheid hadden vrouwen weinig rechten, bij de Romeinen waren de
vrouwen geheel ondergeschikt aan de man. Het christendom sloot vrouwen uit van het
openbare leven. In de Gouden Eeuw kregen vrouwen in Nederland meer zeggenschap,
hetgeen in de 17e eeuw weer werd teruggeschroefd. In de 19L eeuw werd de
arbeidersvrouw tot het laagste werk veroordeeld.
Het beeld van de vrouw in Nederland is misschien het meest gevormd door Duitse,
Engelse, Franse en Spaanse bezoekers (mannen) die in Holland hebben gereisd. In
geschreven stukken werden zij neergezet als iemand die 'de broek aanhad' en die
bezeten was om in een schoon en proper huis te wonen, zonder te letten op haar eigen
lichamelijke reinheid. De Haarlemse Simon Kenau Hasselaar dreef na het overlijden
van haar man een scheepswerf. Tijdens het beleg van Haarlem door de Spanjaarden
gebruikte zij haar leiderscapaciteiten om het leven van de Spaanse soldaten zo zuur
mogelijk te maken. Onder haar aanvoering werden de gehate tegenstanders met
gloeiend hete pek bestookt. Vondel heeft ooit geschreven, 'één vrouw is duizend
mannen te erg'. Vondel prees hiermede Maria van Reigersberch (15897-1653), de
vrouw van Hugo de Groot. Zij verzon de succesvolle list om haar man met een
boekenkist uit het Slot Loevenstein te laten ontvluchten, in het jaar 1621. Anna van
Gelder (16137-1685) was de derde vrouw van Michiel de Ruyter. Zij verzorgde de
bevoorrading van de vloot en betaalde de gages uit aan de schepelingen van haar man.
Ze beheerde Michiels financiën. Het vermogen dat zij beiden achterlieten bedroeg
350.000 gulden.
Ten tijde van de Verlichting, eind 17e eeuw, werd de vrijheid van de vrouw ingeperkt.
Een werkende getrouwde vrouw in de hogere kringen werd minderwaardig gevonden.
Het was statusverlagend. Toen eenmaal Napoleon voorgoed uit Europa verdween naar
Sint Helena, werden de touwtjes verder strakker aangehaald. Kerels moesten zich weer
als kerels gaan gedragen, dat 'verwijfde gedoe' daar moest maar eens een eind aan
komen. In de hogere- en middenklasse rijpte ook de mening dat de seksuele potentie
van de man achteruitging. Het gepeupel 'fokt maar raak en je kan er op wachten dat zij
de macht zullen gaan grijpen'. Met als gevolg dat er een restauratiepolitiek kwam.
Gezondheid, gehoorzaamheid, discipline, zelfbeheersing, tucht, moed en
ondergeschiktheid moesten de ingrediënten zijn tot vermeend herstel. Het gereedschap
daartoe werd aangereikt onder andere door Friedrich Ludwig Jahn (1778-1852). Hij
wordt als vader van de Duitse schoolgymnastiek beschouwd. Voor alle duidelijkheid,
Jahn noemde gymnastiek liever turnen, dat klonk beter. Hij zag het turnen als een
opstapje naar betere soldaten. In 1889 werd er in Nederland een onderwijswet
aangenomen, waar termen als vrije- en ordeoefeningen in voorkomen. Een begrip dat
geleend is van Jahn. Deze wet was duidelijk bedoeld voor jongens, echter meisjes
werden niet uitgesloten. Een gezond lichaam voor meisjes, ach dat kon geen kwaad
was de achterliggende gedachte.
Historisch Niedorp, informatieblad 2012 nr. 2