-6-
foutieve gedrag te wijzen. Aan het eind van 1900 nam de Tweede Kamer na
langdurige debatten de leerplichtwet aan met 50 stemmen voor en 49 tegen. De
plaatselijke 'schoolbond' had zich in 1876 aangesloten bij de landelijke vereniging van
Volksonderwijs en was omgedoopt tot afdeling Winkel van Volksonderwijs. Begin
1900 had de landelijke vereniging aan de plaatselijke afdelingen verzocht zich uit te
spreken over het voor of tegen van de voorgestelde leeftijd van 12 jaar in de
leerplichtwet of deze te verhogen naar 14 jaar. Onderwijzer J. Porte uit Lutjewinkel
hield voor de afdeling Winkel een pleidooi ten voordele van een leerplicht tot 14 jaar.
Het bestuur bleek echter unaniem tegen het optrekken van de leerplicht naar 14 jaar te
zijn. Zij waren bevreesd dat armlastige gezinnen met een talrijk kroost het salaris van
de grotere jeugd moeilijk zouden kunnen missen.
Wegens toename van het aantal leerlingen bij zowel het lager als bij het ulo-onderwijs moesten in 1930 links van
de bestaande school twee lokalen worden aangebouwd. Deze waren bestemd voor het ulo-onderwijs. De
bestaande lokalen waren voor het lager onderwijs. Het in 1916 gebouwde gymnastieklokaal werd afgebroken en
vervangen door een nieuw lokaal op het speelterrein.
Schoolfeesten en schoolreisjes
Om de jeugd tot 12 jaar te stimuleren niet zonder toestemming de school te verzuimen
wilde de afdeling Winkel van Volksonderwijs hen met een jaarlijkse schoolreis of
feestdag belonen voor 'getrouw schoolbezoek en als prikkel tot ijver voor het nieuwe
schooljaar'. Op de voorwaarde gedurende het gehele jaar geen schoolverzuim te
hebben gehad kwam het bestuur al spoedig terug. Een paar geoorloofde verzuimen per
jaar kon worden toegestaan. Om deze reisjes en feesten financieel mogelijk te maken
verleenden gemeentebestuur en kerkenraad jaarlijks een aardig subsidiebedrag.
Daarbij gingen de leden van het bestuur ook langs de woningen van ingezetenen met
intekenlijsten ten bate van een schoolreisje of feestje.
Historisch Niedorp, informatieblad 2012 nr. 1