-40- zekere hoogte voorwaarde voor het vergevend oordeel, waarin God de mens rechtvaardig verklaart. Het geloof is niet voldoende, maar wel een noodzakelijke voorwaarde voor Gods vergeving. Pas in 1618 bij de Dordtse Synode werd besloten dat de leer van Arminius niet de leer van de Gereformeerde Kerk was. Arminius zijn volgelingen, die zich contra-remonstranten noemden, werden uit de Gereformeerde Kerk gezet en richtten in 1619 de Remonstrantse Broederschap op. Anabaptisten of doopsgezinden worden er ook wel mee vergeleken. Ze waren broeders van de vrije geest. Ze stelden dat alleen volwassenen gedoopt mochten worden. In Oude Niedorp werden de arminianen aangevoerd door de burgemeester Dirck Aeriaensz Brouwer en de kerkeraad van Oude Niedorp, terwijl de schepenen onder aanvoering van de schout van de Niedorperkogge, Rijckert van Vollenhove, aanhangers waren van de normale Gereformeerde c.q. Remonstrantse Kerk. Vergeelde papieren 'Kerkelijcke twisten omtrent d'arminiaenschen tijt'. Zo stond het in alle eenvoud op de omslag van een bundel vergeelde papieren die lang geleden werd ontdekt in de donkerste hoek van een kast in de Nieuwe Niedorper consistoriekamer. De behoudende partij, de gereformeerden dus, vaardigden in de junimaand van 1612 enige ouderlingen, diakenen en de predikant van Nieuwe Niedorp, Abraham Dircks, af als hun woordvoerder naar de hoofdofficier van Niedorperkogge, de heer Rijckert van Vollenhove, met het verzoek of hij wilde toestemmen in de beroeping van predikant Jacob Lauris uit Amsterdam. De remonstrantse schout Van Vollenhove was als het op beslissingen aankwam die hij zelf moest nemen, een slappeling. Hij zat een beetje met het verzoek in zijn maag, maar tot zijn geluk kwam zijn collega de baljuw van Kennemerland bij hem op bezoek. Op zijn advies had Van Vollenhove een akte ontworpen waarin de aanvragers moesten verzoeken om Jacob Lauris aan te stellen omdat 'ze goed geinformeert waren dat deze Jacob een vroom leeraer, een vreetsaem persoon en daermede sij vertrouden de ghemeijnte wel te wesen gedient'. De akte met bovenstaande verklaring wilde Van Vollenhove getekend zien. Pas dan was hij genegen de zaak te bespreken met de magistraat van Oude Niedorp. De gereformeerde partij liep niet in deze val, ze wilden het stuk eerst goed bestuderen en met elkaar overleggen, voordat er getekend zou worden. Uit de stukken blijkt dat er uiteindelijk niet getekend is, want ze vonden dat dit 'tegen de ghewoonte was, ende haer woorden van versoeck ende attestatie ende recommandatie ghenoech waren'. Doordat beide partijen op hun stuk bleven staan, bleven vorderingen uit en ging men uit elkaar zonder dat er een beslissing was genomen. Rijckert van Vollenhove voelde zich niet zo op zijn gemak en ook zijn secretaris Cornelis Janszoon Hoogheboom, die ook schoolmeester en notaris te Nieuwe Niedorp was, voelde zich niet zo lekker met dit resultaat. Hoogheboom wendde zich per brief tot Venator (Adolphus Tectander Venator was predikant te Alkmaar en van 1610-1614 was hij daar ook rector van de Latijnse Historisch Niedorp, informatieblad 2012 nr. 1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Informatieblad stichting Historisch Niedorp | 2012 | | pagina 40