kerkbestuur verzocht een groter deel van de kerk in gebruik te mogen nemen, tegen
een totale huursom van 90 per jaar. Het kerkbestuur ging ermee akkoord onder
voorwaarde dat de te verwijderen preekstoel met banken en stoelen op de kerkzolder
zouden worden opgeslagen voor het geval deze nog eens nodig konden zijn.
Om eventuele misverstanden in de toekomst te voorkomen zijn toen de afspraken bij
contract vastgelegd voor de duur van veertig jaar met nadien recht op verlenging. Om
meer daglicht in de klaslokalen te verkrijgen werden de om het kerkgebouw staande
bomen gekapt en op stam verkocht, deze brachten het bedrag van 118,50 op.
Op 13 oktober 1873 vond de aanbesteding plaats van de verbouwing van de kerk tot
openbare school. Ingeschreven was door de timmerlieden Jan Groen en Dirk Kriller uit
Oude Niedoip en Pieter Raadgers, Cornelis Hille en Johannes Burgmeijer uit
Zijdewind. Dirk Kriller kreeg als laagste inschrijver de opdracht tot verbouwing voor
het bedrag van 2.500. Pieter Koemeester leende dit bedrag aan de gemeente Oude
Niedorp tegen een jaarrente van 5%. Gedurende de tijd van verbouwing zou het
onderwijzen der jeugd plaatsvinden in de kolfbaan van Cornelis Bont tegen een
vergoeding van 10 per week.
De uit te voeren werkzaamheden hielden in, het wegbreken van enkele
scheidingswanden en het maken van nieuwe wanden. De bestaande lichtkozijnen
moesten uitgebroken en vervangen worden door acht stuks raamkozijnen van 1,90 m
breed en 2,50 m hoog. Om de lokalen te kunnen verwarmen zouden twee ijzeren
kolenkachels worden geplaatst. Boven de naastgelegen sloot diende een tweetal
privaten met urinoir getimmerd te worden. Ook aan het onderwijzend personeel werd
gedacht. In 1877 besloot de gemeenteraad tot afbraak van het oude schoolhuis over te
gaan. Op dezelfde locatie werd een nieuwe woning voor de onderwijzer gebouwd.
Pastoor werkte niet erg mee
Ondanks alle inspanningen van het gemeentebestuur om het onderwijs voor de jeugd
uit Zijdewind aan wettelijk voorgeschreven eisen te laten voldoen werkte de
toenmalige pastoor Antonius Verstappen niet bepaald mee. Zo stelde de pastoor
zonder overleg de middagen vast waarop hij aan de schoolleerlingen godsdienstlessen
ging geven. De jeugd kwam dan niet naar de school in Zijdewind omdat zij deze lessen
in de kerk van 't Veld moesten volgen. Pastoor verstappen gaf te kennen niet genegen
te zijn de lessen na schooltijd te geven, aangezien hij dan andere verplichtingen had.
In het jaar 1888 was er opnieuw te weinig lesruimte voor de jeugd beschikbaar, de
school telde toen zo'n honderd kinderen. Er moest opnieuw afgebroken en verbouwd
worden. Het werk werd aangenomen door Cornelis Hille uit Zijdewind voor een
bedrag van 1.414. De school had na deze uitbreiding een drietal lokalen met een
afmeting voor ieder lokaal van 5,53 m x 7,40 m.
Historisch Niedorp, informatieblad 2011 nr. 2